-13- zorggedragen. 7. De toetsingscriteria In de praktijk Bij de aanvang van de proefperiode bestond nog geen duidelijkheid over de te hanteren criteria, noch bij het Breda's Studiefonds noch bij de gem. Sociale Dienst. Daarom werd in de werkafspraken vastge legd, dat beide instellingen zouden trachten aan de hand van de er varingen in de praktijk duidelijker en eenduidiger toetsingscrite ria op te stellen. Door de gem. Sociale Dienst werden de volgende toetsingscriteria geformuleerd: - het verkrijgen van een vergoeding van het Rijk of de provincie moet niet mogelijk zijn - het volgen van een opleiding moet bij voorkeur gebeuren aan een erkende instelling - vergoeding moet ook mogelijk zijn voor schriftelijk onderwijs - er wordt rekening gehouden met het inkomen - het volgen van een dagopleiding moet passen binnen de wettelijke mogelijkheden van de RWW en/of ABW - de vergoedingen worden zo veel als mogelijk gebaseerd op de rijks- en provinciale vergoedingsnormen - aanvulling op de rijks- en provinciale vergoedingen moet mogelijk zijn. Door het Breda's Studiefonds werden de volgende toetsingscriteria ontwikkeld: - de aanvrager zelf en/of zijn/haar ouders moeten in Breda woon achtig zijn - ingeval door het Rijk of de provincie om andere dan financiële redenen op een aanvrage afwijzend wordt beschikt, kan Stichting Breda's Studiefonds een aanvrage in behandeling nemen - de aanvrager zelf en/of zijn/haar ouders moeten niet of niet ge heel in staat zijn de studie te bekostigen, noch door een ander fonds of particulier hiertoe in staat worden gesteld - de werkelijke studieduur van de opleiding moet ten minste drie maanden bedragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1007