gemeente Breda
w
U
BIJLAGE C
TOELICHTING OP DE VERORDENING VOOR DE TWEEDE WIJZIGING VAN DE
1Algemeen
Het subsidiëren van particuliere woningverbetering kan een effec
tief stadsvernieuwingsinstrument zijn. Dit is het geval als het
beleid gericht is op de verbetering van aaneengesloten gevelwan-
den met in elk geval grondig herstel van het casco én als dat
beleid vorm krijgt in een effectief instrumentarium (bijdragen,
verordeningen, ondersteuning, sancties).
Doelgerichte woningverbetering en dus ook de subsidiëring daarvan
is uitsluitend mogelijk bij een goede actuele kwalitatieve wo
ningregistratie Deze is er in Breda niet. Wij zijn dus afhanke
lijk van de initiatieven van de burger. Dit betekent dat dat
initiatief anders dan op grond van een kwaliteitsinventarisatie
gestuurd moet worden. Gestuurd moet worden in die zin dat die
woningen verbeterd worden die in kwalitatief opzicht daarvoor het
eerst in aanmerking moeten komen. Primair zijn dit de woningen
die gebouwd zijn voor 1 januari 1946.
Voorts is het zo dat de verbeteringen die gedaan worden te ver
spreid over de stad en de stadsvernieuwingsbuurten plaatsvinden.
In geen van de aangewezen buurten is sprake van een situatie, dat
er spoedig een eind komt aan de verbetering van woningen.
Stadsvernieuwinqsstimuleringsgebieden
Bij de aanwijzing van stadsvernieuwingsstimuleringsgebieden in
het verleden is vooral gekeken naar een veelheid van problemen
die in die gebieden golden en zeker niet uitsluitend die van de
particuliere woningverbetering. Dit heeft tot gevolg gehad dat in
de stimuleringsgebieden grote groepen van complexen staan waarvan
de verbetering niet gestimuleerd behoeft te worden omdat de
kwaliteit nog goed is, met als gevolg een gedeeltelijk onbedoeld
en ongewenst middelenverlies
Door de geringe middelen is er de noodzaak primair de slechtste
particuliere woningen aan te pakken. In Breda is een concentratie
van deze woningen in de aangewezen gebieden. Echter de problema
tiek van de buiten de aangewezen gebieden gelegen oudere comple
xen is uit een oogpunt van particuliere woningverbetering van
eenzelfde prioriteit. Op bijgaande kaart staat aangegeven welke
gebieden naar onze mening het meest urgent voor stimulering in
aanmerking komen.
Globaal zijn deze gebieden als volgt aan te duiden:
het gebied binnen de singels
Oud-Boeimeer
Tuinzigt
Spoorbuurt
Valkenberg
Teteringsedijk e.o. tot Beverweg
de oude bebouwing van de buurten Zandberg, Ginneken en
Princenhage
Bieberglaan.
SUBSIDIEVERORDENING STADSVERNIEUWING
I