nr. 214
afwijking 10. De directeur Is bevoegd ln bijzondere omstandig-
termljnen heden af te wijken of afwijkingen toe te staan
van de in de voorgaande leden in dit artikel ge
noemde termijnen.
Artikel 4
hoorzit- 1. Het houden van de hoorzitting geschiedt ten over
zitting staan van een door de directeur aan te wijzen
ambtenaar van de gemeentelijke sociale dienst,
niet zijnde een ambtenaar die in eerste aanleg
bij de totstandkoming van de beslissing waarte
gen het bezwaarschrift is gericht, betrokken is
geweest
getuigen/ 2. Degene die wordt gehoord kan zich ter hoorzitting
deskundi- desgewenst laten bijstaan door getuigen en des
gen kundigen, waarvan de kosten niet bij de gemeente
in rekening kunnen worden gebracht.
geen open- 3. De hoorzitting wordt niet in het openbaar gehou-
baarheid den.
proces- 4. Van het verhandelde ter hoorzitting wordt door de
verbaal zorg van de directeur een schriftelijk verslag
opgemaakt, dat door de ambtenaar als bedoeld in
het eerste lid wordt ondertekend.
Artikel 5
advisering 1. Na afloop van de hoorzitting brengt de directeur
advies uit aan burgemeester en wethouders.
2. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel
aan burgemeester en wethouders, voorzien van een
ontwerp van het te nemen besluit op het bezwaar
schrift
3. Het advies van de directeur wordt onder medezen
ding van het verslag van de hoorzitting en alle
overige op het bezwaarschrift betrekking hebben
de stukken, ingezonden aan burgemeester en wet
houders
Artikel 6
beslissing 1. Burgemeester en wethouders beslissen op het be
zwaarschrift binnen een maand na de dag bedoeld
in artikel 2, eerste lid.
2. Burgemeester en wethouders houden bij het nemen
van de beslissing op het bezwaarschrift rekening
met gewijzigde feiten en voorschriften.
- 3 -