gemeente Breda De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 29 en 38 van de Algemene Bijstandswet, de artikelen 31 en 43 van de Wet inkomensvoorziening oudere en ge deeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en de artike len 31 en 43 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeelte lijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; besluit HOOFDSTUK I Artikel 1 begrips bepalin gen In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie b. dienst caanvrager d. bezwaarschrift de commissie sociale zekerheid, ingesteld bij raadsbesluit d.d. de gemeentelijk sociale dienst Breda; de persoon, die voor zichzelf of zijn gezin een uitkering aan vraagt op grond van de Algemene Bijstandswet of de Wet inkomens voorziening oudere en gedeelte lijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoor ziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelf standigen; een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 34 tot en met 36 van de Algemene Bijstandswet en artikel 41 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidson geschikte werkloze werknemers en artikel 41 van de Wet inkomens voorziening oudere en gedeelte lijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen HOOFDSTUK II Artikel 2 De behan deling van aanvragen om uitke ring Een aanvraag om uitkering wordt op schrift op een door de commissie vastgesteld aanvraagformulier. Indien een derde de aanvraag om uitkering in dient, behoort de instemming van de aanvrager te blijken dan wel redelijkerwijs aannemelijk te zijn. 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1027