nr215 a
3. De aanvrager of degene, die de aanvraag Indient,
ondertekent zo mogelijk het aanvraagformulier.
4. De dienst tekent de datum van indiening aan op
het aanvraagformulier en het afschrift daarvan.
Dit afschrift wordt verstrekt aan de aanvrager
of aan degene, die de aanvraag indient.
Artikel 3
1. De dienst wint die inlichtingen in, die recht
streeks verband houden met de aanvraag en nodig
zijn voor een juiste vaststelling van het recht
op uitkering en de hoogte van de uitkering.
2. De aanvrager of degene, die de aanvraag heeft in
gediend is verplicht de gewenste inlichtingen te
verstrekken; hij is bevoegd zich steeds door een
adviseur bij te doen staan.
3. De dienst stelt de verkregen inlichtingen op een
inlichtingenformulier, waavan het model door de
commissie wordt vastgesteld.
4. Het inlichtingenformulier wordt na invulling zo
mogelijk ondertekend door de aanvrager of dege
ne, die de aanvraag heeft ingediend.
Artikel 4
1. De commissie, beschikt schriftelijk op het ver
zoek uiterlijk één maand na de datum als bedoeld
in artikel 2, vierde lid. Op de beschikking
wordt de datum aangetekend, waarop zij is ver
zonden
2. In de beschikking van de aanvrager c.q. aan zijn
gemachtigde wordt tevens de mogelijkheid van het
indienen van een bezwaarschrift tegen die be
schikking of tegen de uitvoering daarvan vermeld.
Artikel 5
Zij die op enigerlei wijze met de behandeling van en
de beschikking op het verzoek om uitkering zijn be
last, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen
hen bij de uitoefening van hun functie ter kennis is
gekomen, voor zover het belang van de aanvrager dit
vereist
Artikel 6
De dienst ziet er voor zover mogelijk op toe dat de
op grond van de Algemene Bijstandswet verstrekte gel
den worden besteed voor het doel waarvoor zij zijn
gegeven alsmede dat de aan de beschikking verbonden
voorwaarden, welke op grond van de Algemene Bij
standswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en ge
deeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en
- 2 -