3Stelselherziening 3.1. In de huidige verordening wordt ervan uitgegaan, dat de aanvrager een be zwaarschrift kan indienen dan wel de door hem aangewezen gemachtigde. In het kader van de stelselherziening komt dit recht niet alleen meer toe aan degene, die een aanvraag heeft ingediend, maar ook aan zijn echtgenoot. Onder echtgenoot dient sedert 1 januari 1987 echter ook verstaan te worden de partner van een ander of gelijk geslacht met wie de aanvrager een geza menlijke huishouding voert. Wat onder een gezamenlijke huishouding moet worden verstaan wordt bepaald door de wet (in casu de Algemene Bijstands wet en de Wet Inkomenvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers: de I.O.A.W. c.q. de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen I.O.A.Z.). De huidige verordening dient dan ook op dit punt te worden aangepast, het geen is geschied in artikel 8 van de thans voorliggende ontwerpverordening 3.2. De stelselherziening, welke per 1 januari 1987 is ingevoerd, voorziet in een regeling voor oudere werklozen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers: de I.O.A.W. en zelstandigen: I.O.A.Z. Deze wet die ter uitvoering aan de gemeente is opgedragen, voorziet even als de Algemene Bijstandswet in een bezwaarschriftenprocedure, waarvoor de gemeenteraad op grond van artikel 43 van die wet, nadere regels moet vast stellen. De I.O.A.W. sluit in het algemeen aan bij de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers terwijl de I.O.A.Z. aansluit bij het Bijstandsbesluit Zelfstandigen. De bezwaarschriften, die met betrekking tot de laatste rege ling worden ingediend, worden behandeld met inachtneming van de "veror dening inzake de bijstandsverlening" door de commissie voor de verlening van bijstand. Bij afzonderlijk raadsvoorstel is aan Uw raad voorgesteld deze commissie op te heffen en een commissie sociale zekerheid in te stel len, welke commissie word belast met de uitvoering van de I.O.A.W., de I.O.A.Z. en de Algemene Bijstandswet (A.B.W.). Het ligt naar onze opvatting dan ook voor de hand, dat in één verordening eenzelfde procedure van behandeling van bezwaarschrift wordt vastgesteld voor de A.B.W., I.O.A.W. en I.O.A.Z. In het thans voorliggende raadsvoorstel is hierin voorzien. 3.3. Met betrekking tot de behandeling van aanvragen schrijft de Algemene Bij standswet voor, dat de aanvraag op schrift wordt gesteld, indien de aan vrage mondeling wordt gedaan (artikel 22, lid 2 A.B.W.). De thans van kracht zijnde verordening gaat hiervan dan ook uit. Uit artikel 11, lid 1 van de I.O.A.W. c.q. I.O.A.Z. valt af te leiden dat de aanvraag schriftelijk plaatsvindt. Een mogelijkheid als die van artikel 22, lid 2 A.B.W. ontbreekt, zodat in feite een aanvrage nooit mondeling kan geschieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1033