nr. 216 Artikel 10 1. Bij het ontstaan van een vacature van een lid van de commissie, niet zijnde een raadslid, door welke oorzaak dan ook doen burgemeester en wethouders binnen drie maanden na het ontstaan een voordracht aan de raad. 2. Artikel 3, lid 4, van dit reglement is van overeenkomstige toepassing. Artikel 11 1. De zittingsduur van de leden van de commissie valt samen met die van de le den van de raad. De leden van de com missie zijn slechts éénmaal herbenoem baar met uitzondering van de door de raad uit zijn midden benoemde leden. 2. Indien een lid opgehouden heeft het vertrouwen van de raad te bezitten, kan de raad de betrokkene ontslaan. Ar tikel 87a van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 3. De leden van de commissie kunnen te al len tijde ontslag nemen. Het ontslag gaat in op de eerste dag van de maand, nadat twee kalendermaanden zijn ver streken op de ontslagname. De ontslag name is onherroepelijk. 4. Het lidmaatschap van de commissie ein digt in ieder geval onmiddellijk bij verlies van de vereisten als bedoeld in artikel 8. 5. Degene, die ophoudt lid te zijn van de raad, houdt tevens op lid van de com missie te zijn, zo hij uit het midden van de raad in de commissie is benoemd HOOFDSTUK IV Artikel 12 de uitoefening van 1. De commissie kan één of meer afdelin- de bevoegdheden gen uit haar midden vormen en deze be lasten met adviserende taken ten behoe ve van de commissie. De commissie re gelt de werkwijze van de afdelingen. De werkwijze voor de afdelingen be hoeft de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders. - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1041