- 3 - nr.23D Op het moment van schrijven van dit voorstel zijn deze beleidsvoor nemens nog te globaal om de gevolgen daarvan voor het door de gemeente uit te oefenen toezicht te overzien. Duidelijk is echter wel, dat de onder II genoemde accentverschuiving in het toezicht van het rijk naar de gemeente niet zozeer in dat kader de financiële risico's van het rijk naar de gemeente verschuift. Het rijk doet dit subtieler. Zij decentraliseert de regelingen, onder andere voor wat betreft verbetering en nieuwbouw (NKS). Stelt voor de realisa tie van de betreffende projecten middelen beschikbaar. Echter geen middelen voor de daaraan onlosmakelijk verbonden grotere inzet van personeel en ook niet de toetsingsinstrumenten voor uitvoering, toe zicht en controle bij de gemeente van die regelingen. De gemeente ziet zich gesteld voor een voldongen feit. Zij kan en mag de uitvoering van die gedecentraliseerde taken niet weigeren omdat zij verantwoordelijk is voor de lokale volkshuisvesting. Dit betekent dat de gemeente het voor de uitvoering van haar volkshuis vestingstaak beschikbare personeel voor een aanzienlijk omvangrijker werk moet inzetten. Daarmee komt de kwaliteit van het door de gemeente uit te oefenen toezicht in het gedrang. De gemeente draait uiteindelijk op voor de financiële risico's als gevolg van de steken die zij daar door in het kader van toezicht laat vallen. Bovendien kunnen zich door toekomstige opeenvolgende rijksbezuinigingen in de volkshuisvesting - ondanks het huidige gemeentelijke standpunt van budgettaire neutrale uitvoering van gedecentraliseerde regelingen - situaties voor gaan doen waarbij de gemeente zich niet langer budget tair neutraal kan en mag opstellen. Dit is nu al, zoals gezegd, een feit met betrekking tot de personele inzet. Over het voorgaande in relatie tot het gestelde onder II van dit voorstel hebben wij zowel bij de staatssecretaris van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer als bij de VNG krachtig geprotes teerd. Voorstel. Ondanks deze vrij negatieve toekomstvisie stellen wij uw raad voor de thans voorgelegde gemeentelijke nota toezicht instellingen volkshuisves ting voor kennisgeving aan te nemen. De commissie volkshuisvesting en stadsvernieuwing kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, F.M. Feij burgemeester M.P.W.C. van Veen secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1116