nr.231
tie, waarbij diverse gemeentelijke functies en afdelingen
betrokken moeten zijn.
Vanuit de diensten Openbare Werken en Welzijn is maximaal 8 uur
per dienst per week beschikbaar. Binnen die uren moet de
coördinatie en incidentele zaken opgevangen worden, zodat de
samenstellers concluderen dat er onvoldoende capaciteit is voor
projectcoördinatie
De dienst Openbare Werken heeft ons in dit verband te kennen
gegeven, dat wil deze zaak optimaal en met beperking van
risico's goed aangepakt worden, extra versterking nodig is in
de coördinerende sfeer gedurende het deconcentratieproces,
omdat er sprake is van een extra verzwaard bestuurlijk probleem
(in vergelijking met de eerste fase).
De samenstellers van de rapportage zijn zoals eerder beschreven
tot de conclusie gekomen dat naar hun mening binnen de
gemeentelijke organisatie m.b.t. de woonwagenproblematiek
gewerkt moet worden middels een projectorganisatie met een
projectcoördinator die voldoende tijd en ruimte heeft om het
project te "trekken".
M.b.t. het organisatieschema zij verwezen naar pag. 11 van
bijgevoegd rapport. Door de samenstellers wordt een
coördinatie-werkgroep onderscheiden met daarnaast zeven
werkgroepen, die een aantal zaken op deelterreinen zou moeten
uitwerken en ontwikkelen.
De samenstellers gaan ervan uit dat de afbouw van D.K.O. eind
1989 en de hele overdracht van taken (door het woonwagenschap)
eind 1990 gerealiseerd moeten zijn.
In 1988 ligt het accent op de installatie en bemensen van de
projectorganisatie en voorbereidingswerkzaamheden.
In 1989 ligt de nadruk op de aanleg van lokaties en
bedrij fsterreinen.
In 1990 wordt m.n. aandacht besteed aan de overdracht van taken.
Het totale kostenplaatje voor de projectbegeleiding, incl.
bijbehorende kosten en administratie-ondersteuning, wordt door
de samenstellers geraamd op totaal f 371.600,00 (incl. B.T.W.)
indien gebruik zou worden gemaakt van de dienst van de
samenstellers. Daarnaast wordt door de samenstellers een bedrag
van f 43.300,00 voor juridische ondersteuning nodig geacht.
Gemeentelijke reactie
Het beleid, dat vanaf het eind van de zestiger jaren door het
rijk is ontwikkeld, geeft door de veranderende beleidsinzich-
ten, de indruk van een weinig consistent beleid.
Werden vanaf 1968 met de invoering van de woonwagenwet grote
regionale centra ingericht voor de woonwagenbevolking, in 1977
werd de koers radicaal gewijzigd.
Kern van deze koerswijziging is gelijkstelling van
woonwagenbewoners en huizenbewoners. Het grote centra-beleid
werd verlaten, het "decentratiebeleid" werd afgekondigd.
De samenwerking tussen gemeenten in de vorm van een
gemeenschappelijke regeling om dit probleem gezamenlijk aan te
pakken, moet in de visie van het rijk in het kader van de
normalisatiegedachte afgebouwd worden en elke gemeente moest
zich maar de deskundigheid eigen maken m.b.t. woonwagenbeleid.
- 2 -