nr. 2^8
bedoeld als uiting van gedachten of gevoelens blijven - waar
nodig aangepast - opgenomen in afdeling 2.
Met de uitvoering van de Wet openbare manifestaties is de burge
meester belast. Artikel 5 kent hem de bevoegdheid toe om naar
aanleiding van een kennisgeving voorschriften en beperkingen te
stellen of een verbod te geven. Daarnaast beschikt de burgemees
ter ingevolge artikel 6 over een aanwijzingsbevoegdheid en is
hij in bepaalde gevallen bevoegd aan de organisatoren van de
betreffende activiteit de opdracht te geven deze te beëindigen
en uiteen te gaan.
Voor wat betreft samenkomsten, vergaderingen of betogingen op
andere dan openbare plaatsen mag geen voorafgaande kennisgeving
als eis gesteld worden.
Op grond van artikel 8 van voornoemde wet heeft de burgemeester
slechts met betrekking tot vergaderingen of betogingen de be
voegdheid om opdracht te geven deze terstond te beëindigen en
uiteen te gaan, indien dit noodzakelijk is op grond van bescher
ming van de gezondheid of bestrijding of voorkoming van wanorde
lijkheden
Ter informatie zijn bij dit voorstel afschriften gevoegd van de
tekst van de Wet openbare manifestaties en van een tweetal VNG-
circulaires terzake.
Vuurwerk
De werkingssfeer van de bepalingen inzake vuurwerk, neergelegd
in de artikelen 98 t/m 102 van de APV, is uitdrukkelijk beperkt
tot bepaalde soorten vuurwerk die voorkomen op de bijlage Lijst
van vuurwerken van het Reglement Gevaarlijke Stoffen.
Deze Lijst van vuurwerken is gewijzigd en enigszins uitgebreid,
bij regeling van 16 augustus 1984 (Strct. 159). De uitbreiding
betreft het gebruik van samengesteld en roterend vuurwerk onder
bepaalde voorwaarden.
Door deze wijziging behoeven de bepalingen terzake in de APV
noodzakelijk enige aanpassing. Het betreft hier aanpassingen van
minder ingrijpende aard. Wij stellen voor om thans eveneens over
te gaan tot het aanbrengen van bedoelde wijzigingen in de APV.
Zoals gebruikelijk bij de voorbereiding van nieuwe gemeentelijke
strafverordeningen, hebben wij het voorontwerp voor commentaar
voorgelegd aan de hoofdofficier van justitie en de hoofdcommis
saris van politie.
Op grond van bovengenoemde overwegingen stellen wij u voor om
- 2 -