BIJLAGE I
I
35. WET OPENBARE MANIFESTATIES
W et van 20 april 1988, Stb. 157, houdende bepalingen betrefTende de uitoefening van de
vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en van het recht tot vergadering en
betoging
Wij Beatrix, enz.
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op de artikelen 6 en 9 en de
additionele artikelen III en V van de Grondwet nodig is. wettelijke bepalingen vast te
stellen betreffende de uitoefening van het recht tot vrije belijdenis van gocfsdienst en
levensovertuiging en betreffende de uitoefening van het recht tot vergadering en
betoging, alsmede een aantal wetten te wijzigen, onderscheidenlijk in te trekken;
Zo is tiet. enz.
Artikel I. Wet openbare manifestaties
I. Begripsbepaling
Art. 1. 1. In deze wet wordt verstaan onder openbare plaats: plaats die krach
tens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek
2 Onder openbare plaats wordt niet begrepen een gebouw of besloten plaats als
bedoeld in artikel 6, tweede lid. van de Grondwet.
II. Bepalingen voor openbare plaatsen
Art. 2. De bij of krachtens de bepalingen uit deze paragraaf aan overheidsorganen
gegeven bevoegdheden tot beperking van het recht tot het belijden van godsdienst of
levensovertuiging en het recht tot vergadering en betoging, kunnen slechts worden
aangewend te"r bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter
bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Art. 3. 1. De gemeenteraad stelt bij verordening regels vast met betekking tot
de gevallen waarin voor samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensover
tuiging op openbare plaatsen een voorafgaande kennisgeving vereist is.
2. Voor op vooraf bepaalbare tijdstippen regelmatig terugkerende samenkoms
ten als bedoeld in het eerste lid. uitgaande van een kerkgenootschap, een zelfstandig
onderdeel daarvan of een genootschap op geestelijke grondslag, is een eenmalige
kennisgeving voldoende.
37 De verordening voorziet ten minste in:
a. regels betreffende de gevallen waarin een schriftelijke kennisgeving wordt
vereist van degene die voornemens is een samenkomst te houden;
b. regels betreffende het tijdstip waarop de kennisgeving moet zijn gedaan, de bij
de kennisgeving te verstrekken gegevens, en het verstrekken van een bewijs van
ontvangst aan degene die de kennisgeving doet
4 Over de inhoud van hetgeen wordt beleden worden geen gegevens verlangd.
Art. 4. 1De gemeenteraad stelt bij verordening regels vast met betrekking tot
de gevallen waarin voor vergaderingen en betogingen op openbare plaatsen een
voorafgaande kennisgeving vereist is?
2. De verordening voorziet ten minste in:
a regels betreffende de gevallen waarin een schriftelijke kennisgeving wordt
vereist van degene die voornemens is een vergadering of betoging te nouden;
b. regels betreffende het tijdstip waarop de kennisgeving moet zijn gedaan, de bij
de kennisgeving te verstrekken gegevens, en het verstrekken van een bewijs van
ontvangst aan degene die de kennisgeving doet.
3. Over de inhoud van de te openbaren gedachten of gevoelens worden geen
gegevens verlangd.
Art. 5. 1. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving voor
schriften en beperkingen stellen of een verbod geven"
2. Een verbod kan slechts worden gegeven indien:
a. de vereiste kennisgeving niet tijdig is gedaan:
b. de vereiste gegevens niet tijdig zijn ve'rstrekt:
c. een van de in artikel 2 genoemde belangen dat vordert.
3. Een voorschrift, beperking of verbod kan geen betrekking hebben op de
inhoud van hetgeen wordt beleden, onderscheidenlijk van de te openbaren gedachten
of gevoelens
4. Beschikkingen als bedoeld in het eerste lid worden zo spoedig mogelijk
schriftelijk ter kennis gebracht van degene die de kennisgeving heeft gedaan.
5. Tegen beschikkingen als bedoeld in het eerste lid"siaan geen andere admini-
Bestuur[i|k Onderwijs - Suppl 35 tinei 1VNM 1.35 - 1