- 4 - Met andere woorden: totdat de Arob-rechter of de Hoge Raad anders beslist gaan wij ervan uit dat de huidige APV-bepalingen aangaande betogingen ook na 17 februari 1988 rechtskracht hebben. Wanneer de WOM in werking treedt zullen deze APV-bepalingen wel komen te vervallen, zij het dat in de WOM bij nota van wijziging een artikel V a 16 ingevoegd: dat voorziet in een tijdelijk wettelijk kennisgevingsstelsel, dat maximaal drie maanden na de inwerkingtreding van de WOM zal gelden. Dit geeft de gemeenten de gelegen heid nieuwe bepalingen krachtens de WOM vast te stellen. Zodoende behoeft er op het moment van inwerkingtreding van de WOM derhalve geen rechts vacuüm te ontstaan. Wat echter als de rechter oordeelt dat artikel 140 van de Grondwet aan gaande gemeentelijke verordeningen niet van toepassing is en de APV-bepa lingen met betrekking tot betogingen op 17 februari 1988 van rechtswege zijn komen te vervallen? Zijn er in dat geval dan nog mogelijkheden, tot dat de WOM in werking treedt, om ten aanzien van betogingen regulerend en sturend op te treden? Het aanknopingspunt voor overheidsoptreden is dan te vinden in diverse formele wetten, die voor het voorkomen en bestrijden van uitwassen bij be togingen relevant kunnen zijn. Waaraan kan dan gedacht worden? Aangezien betogingen zich in het algemeen op openbare wegen plegen voor te doen is de wegenverkeerswetgeving van belang. Artikel 25 Wegenverkeerswet (WVW) stelt dienaangaande: "Het is verboden zich op een weg zodanig te gedragen dat de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht." Naast artikel 25 WVW stelt ook het Wetboek van Strafrecht in artikel 426 bis het belemmeren van een ander in zijn vrijheid van beweging op de open bare weg strafbaar. Tenslotte verplicht artikel 29, eerste lid, WVW elke weggebruiker gevolg te geven aan de bevelen en aanwijzingen van opsporingsambtenaren in het belang van de vrijheid van het verkeer en de veiligheid van de weg. Met betrekking tot het voorkomen of beperken van wanordelijkheden bij be togingen valt het volgende op te merken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1243