- 2 - 1Optochten Artikel 2.1.2.1 Kennisgeving optocht 1. Degene, die het voornemen heeft een optocht op de weg te doen plaats vinden, moet daarvan voor de openbare aankondiging ervan en ten minste 48 uur voordat deze gehouden zal worden, kennis geven aan de burge meester. 2. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid bedoelde termijn verkorten 3. De burgemeester stelt een formulier vast voor het doen van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving. 4. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt geacht eerst dan ge daan te 'zijn wanneer het in het derde lid bedoelde formulier volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld, en het in het vijfde lid bedoelde bewijs van ont vangst is uitgereikt. 5. Degene die de kennisgeving inlevert ontvangt daarvan een bewijs, waarin het tijdstip van inlevering is vermeld. 6. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid voorschriften geven ter verzekering van een redelijke en veilige afwik keling van het verkeer, ter beveiliging van personen of goederen, ter voorkoming van ernstige hinder voor anderen dan de deelnemers aan de optocht en ter voorkoming van strafbare feiten. 7. Indien de burgemeester van oordeel is dat, naar redelijke verwachting, noch door toegezegde medewerking van organisatoren, noch door politie maatregelen, noch door het geven van voorschriften, onevenredige schade aan belangen, bedoeld in het zesde lid, voorkomen kan worden kan de burgemeester de optocht verbieden. Artikel 2.1.2.2 Verboden optocht 1. Het is verboden een optocht als bedoeld in artikel 2.1.2.1 te doen plaatsvinden, feitelijk te leiden of aan een dergelijke optocht deel te nemen terwijl men weet of redelijkerwijze kon weten dat:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1248