- 5 -
Toelichting artikelen 2.1.2.3 tot en met 2.1.2.5
Uitgangspunten Wet openbare manifestaties (WOM)
De WOM beoogt een eenvormige regeling te geven voor de activiteiten die
onder de bescherming van de artikelen 6 en 9 Grondwet vallen. Het gaat
daarbij om betogingen, vergaderingen en samenkomsten tot het belijden van
godsdienst of levensovertuiging voor zover die op openbare plaatsen gehou
den worden.
De WOM heeft betrekking op collectieve uitingen. Individuele uitingsvormen
zijn buiten de regeling gebleven. Zowel artikel 6, als artikel 9 van de
Grondwet maken het mogelijk ook deze onder de WOM te brengen, maar de
wetgever acht daartoe geen behoefte aanwezig.
Overigens genieten deze individuele uitingen wel de bescherming van
artikel 7 van de Grondwet. Lid 1 van artikel 7 kent een expliciet verbod
van voorafgaand verlof ten aanzien van schriftelijke uitingen al dan niet
godsdienstig of levensbeschouwelijk geïnspireerd. Niet schriftelijke
uitingen van gedachten of gevoelens worden beschermd krachtens het derde
lid van artikel 7 Grondwet. De Inhoud mag eveneens niet aan voorafgaand
verlof onderworpen zijn, maar de vorm waarin zij geopenbaard worden wel.
Van een collectieve uiting kan tenslotte volgens de regering reeds spraken
zijn wanneer daaraan meer dan twee personen deelnemen (w.o.w. 19427, nr.
5, blz8).
De wetgever heeft gekozen voor delegatie van de bevoegdheid tot beperking
van de onderhavige grondrechten aan de gemeenten. Argumenten hiervoor
waren: de regeling van o.a. de betoging houdt nauw verband met de plaatse
lijke openbare orde; de gemeenten hebben hiermee in de loop der jaren
waardevolle ervaringen opgedaan (w.o.w. 139427, nr. 3, blz. 5).
De memorie van toelichting geeft een opsomming van de bevoegdheden die de
WOM aan de gemeenteraden c.q. burgemeesters toekent (w.o.w. 19427, nr. 3,
blzz. 5/6):
- de bevoegdheid tot het creëren van een kennisgevingsstelsel voor beto
gingen, vergaderingen en samenkomsten tot het belijden van godsdienst
of levensovertuiging op openbare plaatsen. De wet laat een zekere va
riatie toe ten aanzien van kwesties als: voor welke activiteiten is een