nr. 249
waaronder niet in de laatste plaats de inschakeling van een on
afhankelijke hoor- en adviescommissie, zouden tot gevolg kunnen
hebben dat de burger, ook al worden zijn bezwaren verworpen,
juist door die zorgvuldigere en onafhankelijkere toetsing meer
dan thans geneigd zal zijn om zich bij de genomen beslissing neer
te leggen. In de tweede plaats, doch daarmede nauw samenhangend,
mag hiervan een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de be
sluitvorming worden verwacht. Het resultaat van een en ander zou
kunnen zijn, dat de zogenaamde filterwerking van de bezwaar- en
beroepschriftenprocedure verder wordt vergroot met als gevolg dat
er in mindere mate beroep wordt ingesteld bij de Afdeling recht
spraak van de Raad van State tegen de beslissing op het bezwaar-
of beroepschrift. In genoemde onderzoeken, alsmede in het VNG-
standpunt, wordt de inschakeling van een hoor- en adviescommissie
in dat kader van groot belang geacht. Naar onder meer de verbe
tering van die filterwerking is onlangs een studie verricht dooi
de "Projectgroep Invoering Arob-rechtspraak in twee instanties",
welke op 16 mei jl. haar eindrapport heeft aangeboden aan de
beide opdrachtgevers, de ministers van Justitie en van Binnen
landse Zaken. Terwille van een grotere zeef- of filterwerking van
de Arob-bezwaarschriftenprocedure suggereert de Projectgroep de
totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur op grond
van artikel 14, derde lid, van de wet-AROB, waarin nadere regels
dienen te worden gegeven omtrent het horen van belanghebbenden en
het optreden van hoor- en adviescommissies.
Over elk van de hierboven vermelde aspecten, wordt in de nota en
in de overige ter inzage liggende stukken ruimschoots informatie
verschaft. Kortheidshalve zouden wij hiernaar willen verwijzen.
Behandeling discussienota
In de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 8 oktober
1987 is uitvoerig en constructief beraadslaagd over de discus
sienota met bijlagen, alsmede over de ontwerp-regelingHet ver
slag hiervan treft U bij de ter inzage liggende stukken aan. Er
werd een groot aantal concrete vragen gesteld over de nota en de
ontwerp-regeling, waaronder de principiële vraag, of de commissie
louter met adviserende, of (ook) met beslissende bevoegdheden
diende te worden toegerust.
Ter beantwoording van deze grote hoeveelheid vragen stelden wij
op 13 januari 1988 een "reactie" vast, waarvan U een exemplaar
bij de ter inzage liggende stukken aantreft. Op de gestelde vra
gen werd in deze reactie een antwoord gegeven, veelal in de vorm
van een nadere toelichting op het desbetreffende onderdeel in de
nota of in de ontwerp-regeling. Veel aandacht hebben wij in deze
reactie besteed aan de meer principiële vraag, of de commissie de
status van adviescommissie of die van besliscommissie zou dienen
te hebben. In de discussienota opteerden wij voor een adviescom
missie. In de reactie hebben wij deze keuze nader onderbouwd,
zonder daarbij uit te willen sluiten dat de adviescommissie zich
op termijn, voor bepaalde terreinen althans, zou kunnen ontwik
kelen naar een besliscommissie
- 4 -