nr. 2H9 Onze "reactie" werd ter bespreking geagendeerd voor behandeling in de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 24 februari 1988. Ook het verslag van deze vergadering ligt ter inzage. De tijdens de behandeling in eerste termijn gestelde vragen bleken voldoende te zijn beantwoord. De commissie verklaarde zich in principe akkoord met de ontwerp-regeling en de bijbehorende stukken, ervan uitgaande dat in het voor te bereiden raadsvoor stel nadrukkelijk aandacht zou worden besteed aan: a. het vaststellen van een evaluatiemoment met betrekking tot het functioneren van de commissie in de praktijk, op welk moment dan tevens zou kunnen worden beoordeeld of, en in hoeverre, aan de commissie beslissingsbevoegdheden zouden kunnen worden toegekend; b. vastlegging van de tijdstippen, waarop de gefaseerde uitbreiding van het werkterrein van de commissie zal plaatsvinden c. de financiële dekking van de, met de komst van de commissie samenhangende, capaciteitsuitbreiding binnen de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken, alsmede de vergoedingen voor de commissieleden. Bovenstaande punten zijn onderwerp van nader beraad geweest bin nen ons college. Met betrekking tot elk van deze punten treft U onderstaand onze belangrijkste overwegingen aan. Evaluatiemoment De inschakeling van een speciale commissie bij de behandeling van bezwaar- en beroepschriften zal een belangrijke wijziging te weegbrengen in de tot op heden gevolgde werkwijze dienaangaande. De gemeentelijke bestuursorganen, de commissie zelf, alsmede het ambtelijk apparaat, zullen moeten wennen aan deze nieuwe aanpak. Zoals reeds opgemerkt, is de ontwerp-regeling het resultaat van een grondige bestudering van de ervaringen elders. Getracht is om tot een regeling te komen welke zoveel mogelijk beantwoordt aan de werkwijze, waaraan in de Bredase situatie behoefte wordt ge voeld. Vanzelfsprekend zijn de inmiddels in jurisprudentie en literatuur ontwikkelde opvattingen over de in de behandelings procedure in te bouwen waarborgen, in de ontwerp-regeling ver werkt. Hiermede wordt enigszins vooruitgelopen op de Algemene Wet Bestuursrecht, welke op dit moment nog in de voorontwerp-fase verkeert. Dit wetsontwerp voorziet mede in een codificatie van de zojuist bedoelde ontwikkelingen. De Bredase ontwerp-regeling sluit aan op dit wetsontwerp. Het is echter niet uitgesloten, dat bij de verdere behandeling van het wetsontwerp nog zaken zullen worden toegevoegd, of verder verfijnd, voordat het kracht van wet krijgt. Mogelijk zal alleen al om die reden een bijstelling van de Bredase regeling te zijner tijd noodzakelijk zijn. De behoefte hieraan kan echter ook anderszins blijken, namelijk door het werken in de praktijk met de Bredase regeling. Met het oog op dat laatste lijkt het ons een goede zaak om op voorhand een evaluatiemoment af te spreken. Wij stellen ons voor om hierover te zijner tijd een nota te produceren voor behande- - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1265