nr. 258 Ad b. De mutatiegraad. De mutatiegraad is hoog. In 1986 was dit 27% terwijl in 1987 de mutatiegraad 25% bedroeg (de mutatiegraad is het percentage dat wordt verkregen door het aantal mutaties op jaarbasis binnen het complex te delen door het aantal woningen van het complex) Ter vergelijking: gemiddeld bedraagt de mutatiegraad bij het gemeentelijk woningbedrijf/woningbouwvereniging Volks huisvesting Breda 10%. Algemeen kan gesteld worden dat een hoge mutatiegraad de levensduur van de woning niet ten goede komt en hoge mutatiekosten (reparaties) inhoudt. Ad c. De klimatologische omstandigheden. Vochtprobleem (nauwelijks te voorkomen) vormen een van de hoofdoorzaken van de in kwalitatief opzicht negatieve beoor deling van de woningen. De effecten van vochtoverlast (o.a. aantasting van het regelwerk door houtrot en door zwelling van de multiplex panelen) zijn dan ook sterk afhankelijk van de aanwezige hoeveelheid vocht en de mogelijkheid tot afvoer van dit vocht. Matige zomers en vochtige zachte winters zullen de levensduur verkorten. Ad 4. Verhuurbaarheid. In de woningmarkt van Breda zijn de aluminium woningen nog steeds verhuurbaar gebleken. Wel wordt opgemerkt dat het aantal voordrachten dat noodzakelijk is voordat geaccepteerd wordt hoog is. In de woningmarkt van Breda kan gesproken worden over een toenemend aanbod van gelijkwaardige en grotere woningen tegen een lagere huur dan f 530,-- per maand voor de aluminium woningen, waarbij dan ook nog wordt aangetekend dat dit gepaard gaat met verhoudingsgewijs lagere energiekosten. Het behoeft dan ook geen betoog dat verwacht mag worden dat de toekomstige verhuurbaarheid onder druk staat. Dit wordt nog eens benadrukt door een "objectieve" waardering d.m.v. het aantal punten van de woning. Met als uitgangspunt dat de minimale redelijke huur voor Breda als normatieve huur wordt genomen kan de volgende vergelijking gemaakt worden: Type A - 34 Type B - 32 (met verdieping) (zonder verdieping) Huidige huur Minimaal redelijke huur f 530 ca f 328 f 202 f 487 f 295 f 192 Verschil absoluut procentueel t.o.v. minimaal redelijk 63% 65% III. DE VOORGESTELDE MAATREGELEN. Zoals reeds eerder in de notitie is gesteld, leidt verder uitstel van besluitvorming louter tot toevoeging van verliezen aan het actief, welke nimmer te verwerken zijn. - 5 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1346