gemeente Breda
nr. 260
<^no rz?
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 171 van de gemeentewet;
besluit
I. aan Aannemingsbedrijf Van Agtmaal B.V., gevestigd Bosschendijk 203,
4731 DD Oudenbosch, ten behoeve van de bouw van 26 premie (A) koop
woningen te verkopen een perceel grond van 3.890 m2, gelegen aan de
Keersbergenstraat/Belgiëplein, kadastraal bekend gemeente Breda,
sectie G, nr. 3366 (gedeeltelijk), zoals dat op de bij dit besluit
behorende situatietekening van de dienst openbare werken nr. 58434 met
grijze kleur bij benadering is aangegeven, voor de prijs van
520.000,(zegge: vijfhonderd twintigduizend gulden), exclusief de
B.T.W., volgens het op het tijdstip van eigendomsoverdracht geldende
tarief, zulks onder de "algemene verkoopvoorwaarden 1979", vastgesteld
bij besluit van de raad van 19 februari 1979, doch met uitzondering
van de artikelen 3, 10, 20 en 21 en onder de volgende bijzondere voor
waarden:
Artikel 1
Koper moet gedogen, dat palen, kabels, draden, isolatoren, rozetten en
pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd, op, in, aan of boven
het verkochte worden of zijn aangebracht en onderhouden, op de plaatsen
waar en de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders dit
nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met
de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens rechtverkrijgenden zijn
verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling is of wordt aangebracht
te laten bestaan.
Het aanbrengen en/of het aanwezig zijn van bovenbedoelde voorwerpen
als gevolg van deze gedoogplicht doet geen recht ontstaan op enigerlei
schadevergoeding
Artikel 2
De voorgaande bijzondere voorwaarde en bepalingen, alsmede dit artikel
moeten bij elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed
of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk
genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan
de opvolgende eigena(a)r(en) of de zakelijk gerechtigde(n) worden
opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij
de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt.
Bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij
zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van
de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,