nr. 260
- 3 -
Artikel 6
Koper en diens rechtsopvolgers dienen bij verkoop van de woning(en) de
volgende verplichting op te leggen:
1. de gegadigde verplicht zich de woning gedurende een termijn van
vijf jaar na de ingebruikneming zelf te bewonen, niet te verhuren
en niet te verkopen;
2. van de verplichting in lid 1 kan door middel van een schriftelijke
toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken worden:
a. wegens verandering van werkkring;
b. wegens overlijden van echtgeno(o)t(e)
c. wegens echtscheiding;
d. wegens doorstroming naar een duurdere woning;
e. bij gebruikmaking door de hypotheekhouder van het recht als
bedoeld in artikel 1223 van het burgerlijk wetboek;
f. wegens andere omstandigheden waarbij de noodzaak tot gehele
of gedeeltelijke vervreemding van het gekochte aan burge
meester en wethouders kan worden aangetoond;
3. het bepaalde in artikel 5 is zowel van toepassing bij verkoop na
de periode van vijf jaar als bij verkoop voordat de termijn van
vijf jaar verstreken is, indien daarvoor van burgemeester en
wethouders schriftelijke toestemming is verkregen.
Artikel 7
Koper en diens rechtsopvolgers zijn verplicht de woningen aan te
sluiten en aangesloten te houden op de stadsverwarming. De voorzieningen
die de stadsverwarming omvat zijn de levering van warmte voor ruimte
verwarming en warm tapwater.
Ten aanzien van die aansluiting wordt verwezen naar de aansluitvoor
waarden van de N.V. Energie- en Waterbedrijf Breda (ENWA)
Artikel 8
Koper en diens rechtsopvolgers dienen op eigen terrein parkeerruimte
voor 1 auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden
op de plaatsen die op tekening nr. 58434 met een driehoek zijn aan
gegeven.
Artikel 9
Koper is verplicht in de brandgangen een verharding aan te leggen ter
breedte van minimaal 90 cm.
Artikel 10
De bepalingen van de artikelen 7 t/m 9, alsmede dit artikel moeten bij
elke vervreemding van het gehele onroerende goed of een gedeelte
daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op
het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende
eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden
bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepa
lingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepa
lingen verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling
zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeis
bare boete van 100.000,