gemeente Breda szxonz. 1- 1 ;n De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 277, le lid, onder bl en 2 van de gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de "7_ verordening reinigingsrechten 1984: Artikel I Artikel 3 luidt als volgt: Belasting- 1. Het belastingjaar loopt van 1 april tot en met 31 Jaar/ka- maart. lender- 2. Onder een maand wordt verstaan een kalendermaand. maand Artikel II Artikel 5, le lid luidt als volgt: 1. Hulsvulldlenst A. Voor het eenmaal per week in de route van de huisvuilophaal dienst ophalen en afvoeren van vuilnis, aangeboden in door de gemeente goedgekeurde plastic zakken tot een maximum van gemiddeld 6 zakken per ophaalbeurt of in één door de gemeen te verstrekte minicontainer wordt een recht geheven van: 1. f 179,48 per Jaar voor gebouwen en percelen, c.q. gedeel ten hiervan, ten aanzien waarvan (ingevolge de algemene voorwaarden Enwa 1986 van de N.V. Energie- en Waterbe drijf Breda, het elektriciteitsverbruik betrekking heeft op huishoudelijk verbruik; 2. f 358,96 per Jaar voor gebouwen en percelen, c.q. gedeel ten hiervan, ten aanzien waarvan (ingevolge de algemene voorwaarden Enwa 1986 van de N.V. Energie- en Waterbe drijf Breda), het elektriciteitsverbruik betrekking heeft op gemengd verbruik; 3. voor elk veelvoud of gedeelte daarvan van het maximum van gemiddeld 6 plastic zakken per ophaalbeurt of elke meer dere door de gemeente verstrekte minicontainer wordt op nieuw een recht geheven als bedoeld onder A, sub 1, resp. sub 2; 4. bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar bedraagt het te vorderen bedrag zoveel twaalfde gedeelten van de in artikel 5, lid 1, sub A, ge noemde tarieven als overeenkomen met het na deze aanvang nog in het belastingjaar resterende aantal volle maanden; nr. 272

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1464