gemeente Breda
grog
mv>x</m
nr. 278
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 170 van de gemeentewet;
besluit
aan Stichting Buitenlands Vrouwen Centrum een subsidie tot
maximaal 101.835,-- te verstrekken als bijdrage in het
exploitatietekort van het kappersprojekt over de periode 1
december 1988 tot en met 31 juli 1989;
aan de subsidie-verstrekking als voorwaarde te verbinden dat:
a. de stichting binnen drie maanden na afloop van de subsi
dietermijn doch uiterlijk voor 1 november 1989 zowel een
inhoudelijke als financiële verslaglegging (gewaarmerkte
balans, winst- en verliesrekening) overlegt;
b. de stichting tussentijds, doch uiterlijk voor 1 februari 1989
een verslag met betrekking tot de stand van zaken uitbrengt,
waarin met name aandacht wordt besteed aan het plan van aanpak
met betrekking tot doorstroming en loonvorming;
c. voor alle uitgaven die voor subsidie in aanmerking komen
bewijsstukken t.n.v. de stichting kunnen worden overlegd;
d. ingrijpende wijzigingen t.a.v. het ingediende projektplan
en/of begroting de goedkeuring van het kollege van burge
meester en wethouders behoeven;
e. bijdragen of subsidie via "derden" in principe in mindering
worden gebracht op de gemeentelijke subsidie;
f. indien de subsidie in de werkelijk gemaakte kosten definitief
wordt vastgesteld op een lager bedrag dan het verstrekte
voorschot, dient het verschil terstond te worden teruggestort
in de gemeentekas;
g. bij opheffing/beëindiging van het projekt de kapitaalsgoederen
die met behulp van de gemeentelijke subsidie zijn aangeschaft
om niet aan de gemeente Breda ter beschikking worden gesteld.
burgemeester en wethouders te belasten met de administratieve
afwikkeling met betrekking tot onderhavige subsidieverstrekking
waaronder ook het vaststellen van de hoogte van het te verstrekken
voorschot en het vaststellen van de definitieve subsidie na
ontvangst van de onder punt 2 ad a aangegeven stukken