EOS
gemeente Breda
nr. 281
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van buegemeester en wethouders;
gelet op artikel 170 van de gemeentewet;
besluit
1. aan de Stichting Antilliaanse Werkgelegenheid te Eindhoven een
subsidie tot maximaal 176.450,-- te verstrekken als bijdrage in
het exploitatietekort van de Sleutelwerkplaats Breda over de
periode 1 december 1988 t/m 30 november 1989;
2. aan de subsidie-verstrekking naast de in paragraaf 3 genoemde
voorwaarde met betrekking tot de inzet van de maatschappelijk
begeleidster eveneens als voorwaarde te verbinden dat:
a. de stichting bereid is tussentijdse wijzigingen in de organi
satorische/beheersmatige opzet te aanvaarden indien die
voortvloeien uit de bijstelling van de leer-/werkprojekten-
aanpak in het algemeen;
b. de stichting binnen drie maanden na afloop van de subsidie
termijn doch uiterlijk voor 1 maart 1990 zowel een inhoudelij
ke als financiële verslaglegging (gewaarmerkte balans, winst
en verliesrekening) overlegt;
c. de stichting tussentijds, doch uiterlijk voor 1 juni 1989 een
verslag met betrekking tot de stand van zaken uitbrengt;
d. voor alle uitgaven die voor subsidie in aanmerking komen
bewijsstukken t.n.v. de stichting kunnen worden overlegd;
e. ingrijpende wijzigingen ten behoeve van het ingediende pro-
jektplan en/of begroting de goedkeuring van het kollege van
burgemeester en wethouders behoeven;
f. bijdragen of subsidie via "derden" in principe in mindering
worden gebracht op de gemeentelijke subsidie;
g. indien de subsidie in de werkelijk gemaakte kosten definitief
wordt vastgesteld op een lager bedrag dan het verstrekte
voorschot, dient het verschil terstond te worden teruggestort
in de gemeentekas;
h. bij opheffing/beëindiging van het projekt de kapitaalsgoederen
die met behulp van de gemeentelijke subsidie zijn aangeschaft
om niet aan de gemeente Breda ter beschikking worden gesteld.
3. burgemeester en wethouders te belasten met de administratieve
afwikkeling met betrekking tot onderhavige subsidieverstrekking
waaronder ook het vaststellen van de hoogte van het te verstrekken
voorschot en het vaststellen van de definitieve subsidie na
ontvangst van de onder punt 2 ad b aangegeven stukken.