SOS
gemeente Breda
nr. 283
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op zijn besluit tot het aangaan van c.q. de toetreding
tot de IZA-regeling Noord-Brabant, en mede gelet op het
bepaalde in artikel 32, le lid, dier regeling;
de IZA-regeling Noord-Brabant als volgt te wijzigen:
I. In artikel 10 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Na vernummering van het tweede, derde, vierde, vijfde en
zesde lid tot derde, vierde, vijfde, zesde en zevende
lid, komen het eerste en tweede lid te luiden:
"1. De deelnemer draagt bij:
a. een percentage van zijn heffingsgrondslag, welk
percentage voor alle deelnemers gelijk is;
b. een nominaal bedrag dat wordt berekend door verme
nigvuldiging van het in het tweede lid onder b
van dit artikel bedoelde bedrag met het aantal
personen - met inbegrip van de deelnemer en met
uitsluiting van het derde en volgende kind, pleeg
kind of aangehuwd kind - dat aanspraak heeft,
c.q. voor wie aanspraak bestaat, op uitkering
ingevolge de IZA-regeling, met dien verstande dat
vorenbedoelde kinderen slechts voor de helft in
de vermenigvuldigingsfactor worden meegerekend."
"2. Bij vaststelling of wijziging van de begroting be
paalt het bestuur:
a. het in het eerste lid onder a bedoelde percentage
b. het nominaal bedrag per deelnemer of gezinslid."
2. In het tot derde lid vernummerde tweede lid wordt in de
aanhef "eerste lid" ingevoegd "onder a" en in het bepaal
de onder m, wordt "tweede" vervangen door "derde".
3. Het tot vierde, vijfde, zesde en zevende lid vernummerde
derde, vierde, vijfde en zesde lid komen te luiden:
"4. Voor de berekening van de bijdrage, bedoeld in het
eerste lid onder a, blijft buiten beschouwing het
geen de in de desbetreffende periode te ontvangen
bezoldiging (inclusief vakantietoeslag) meer be
draagt dan de in het reglement bepaalde maximum
heffingsgrondslag
"5- De bijdrage als bedoeld in het eerste lid, van de in
dienst van een gemeente of een lichaam zijnde deelne
mer, wordt door die gemeente of dat lichaam bij
besluit