nr. 283 iedere uitbetaling van bezoldiging ingehouden, of in voorkomend geval op andere wijze ingevorderd en, vermeerderd met een door het bestuur te bepalen percentage van de heffingsgrondslag van de deelnemer als bijdrage van die gemeente of dat lichaam, op de door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut gestort." "6. De overige deelnemers storten hun bijdrage als be doeld in het eerste lid, en de gemeente of het li chaam aan het dienen waarvan hun deelnemerschap is ontleend, stort een door het bestuur te bepalen percentage van de heffingsgrondslag van de deelnemer als bijdrage van die gemeente of dat lichaam, op de door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut. Indien de gemeente of het lichaam is opgeheven en de verplichtingen daarvan niet zijn overgegaan op een andere gemeente of een ander openbaar lichaam, stort de deelnemer zijn bijdrage, vermeerderd met die welke door de gemeente of het openbaar lichaam verschuldigd zou zijn ge weest ware deze niet opgeheven, in de kas van het instituut "7. De gemeente of het lichaam, alsmede de deelnemers, verstrekken het bestuur alle informatie, nodig voor de vaststelling van de bijdragen." II. Dit besluit treedt in werking op de dag dat de wet tot invoering van een gedeeltelijke nominale premie in de zie kenfondsverzekering, uitbreiding van het verstrekkingen pakket van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, alsmede daarmee samenhangende wijzigingen in enige andere wetten en regelingen met betrekking tot de sociale zekerheid en de belastingwetgeving (Kamerstukken II 1987-1988, 20 609) in werking treedt. Indien de goedkeuring van dit besluit door gedeputeerde staten na de in de vorige volzin bedoelde datum plaatsvindt, treedt het in werking met ingang van de dag na de dag van goedkeuring en werkt het terug tot en met bedoelde datum. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 1 De .raad voornoemd, voorzitter secretaris - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1526