nr. 29
- 2 -
Artikel 3
De gemeente geeft bij verkoop van de bouwgrond geen zogenaamde
"giftvrij" of "schone grond" verklaringen af, doch handelt conform
de op 31 oktober 1984 gepubliceerde gedragslijn van de gemeente
Breda ten aanzien van vrijwaringsclausules bodemverontreiniging,
die koper bekend is.
Artikel 4
Bij ingebruikname van de bouwgrond wordt de koper geacht deze
volledig te kennen en deze te aanvaarden als bouwrijpe grond,
zodat hij alsdan geen aanspraak kan maken op enige vergoeding van
enigerlei schade wegens structuur, gesteldheid, verontreiniging
enz. van de bodem.
Artikel 5
De bepalingen van artikel 2 alsmede dit artikel moeten bij elke
vervreemding van het gehele onroerende goed of een gedeelte
daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht
op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de
opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigde(n) worden
opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda,
tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-
nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partijzonder
dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van de
gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,
III. te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van het gemeente
lijk grondbedrijf, met uitzondering van een bedrag van 12,38 per m"
wegens bijdrage in de kosten van aanleg van grote werken, welk bedrag
komt ten bate van de algemene dienst van de gemeente en met uitzondering
van een bedrag van 0,45 per m2welk bedrag komt ten bate van het
fonds artistieke werken.
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van j
De raad voornoemd,
'voorzitter
secretaris