aan de raad der
gemeente Breda
OW/887913540
nr. 293
Voorstel tot het ongegrond verklaren van het
beroep van de heer en mevrouw R.A.P. de Haan
tegen de weigering van een bouwvergunning voor
perceel Vriesdongen 34
Bij ons besluit van 16 maart 1988*) is aan mevrouw T.T.C.W.de Haan-Bos,
Vriesdongen 34, 4819 EB Breda, een vergunning geweigerd voor het plaatsen
van een erfafscheiding op perceel Vriesdongen 34.
Dit besluit is uitgereikt op 25 april 1988.
Tegen het besluit van 16 maart 1988 hebben de heer en mevrouw De Haan bij
brief van 25 april 1988*), ingekomen 4 mei 1988, voorziening bij uw raad
gevraagd
Het beroepschrift is binnen de in artikel 51, eerste lid van de Woningwet
gestelde termijn van één maand ingediend, zodat de heer en mevrouw De Haan
in hun beroep ontvankelijk dienen te worden verklaard.
De weigering is gebaseerd op strijd met artikel 34 van de bouwverordening.
In het beroepschrift wordt het volgende naar voren gebracht:
- bij vergelijkbare woningen in de Vriesdongen zijn 4 vergelijkbare
erfafscheidingen;
de tuin van het aangrenzende perceel bestaat geheel uit struiken en
bomen en is van een zodanige andere opzet dat een erfafscheiding de
enige mooie oplossing is om iedere tuin zijn eigen karakter te laten
behouden;
- de erfafscheiding is niet zichtbaar vanaf de openbare weg;
- de erfafscheiding is van natuurlijke materialen en daarom niet lelijker
of mooier dan tientallen hagen;
- de plaats van de erfafscheiding is aan de kant die het dichtst bij de
openbare weg ligt en dient als hoofdzaak als inbraakpreventie;
- verzocht wordt het verzoek om bouwvergunning opnieuw te bezien.
Het perceel Vriesdongen 34 is gelegen in het bestemmingsplan "Boeimeer
N.W.1964" en heeft daarin de bestemming "eengezinshuizen B" en "eigen
tuinen". Het oprichten van erfafscheidingen is in dit bestemmingsplan niet
geregeld
Het bouwplan moet daarom alleen getoetst worden aan de bepalingen van de
bouwverordening
De welstandscommissie heeft het bouwplan op 27 mei 1987 beoordeeld en
achtte het plan uit oogpunt van welstand niet aanvaardbaar. Het bouwplan is
derhalve in strijd met artikel 34 van de bouwverordening.
Dit artikel bepaalt, dat het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk
zodanig moeten zijn, dat het bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met
bestaande omgeving voldoet aan redelijke eisen van welstand.