2 nr. 293 Na de afwijzende beoordeling is getracht tot overeenstemming te komen en via overleg met de aanvraagster te komen tot een afscheiding die uit welstandsoogpunt wel aanvaardbaar zou zijn. Herhaalde pogingen om contact te leggen met mevrouw De Haan-Bos hebben niet tot het gewenste resultaat geleid en derhalve is door ons college op het verzoek om bouwvergunning een beslissing genomen tot het weigeren van de vergunning wegens strijd met artikel 34 van de gemeentelijke bouwverordening. Aan de welstandscommissie is een hernieuwde beoordeling gevraagd in verband met de opmerking betreffende vergelijkbare erfafscheidingen bij vergelijk bare woningen in de Vriesdongen. De welstandscommissie heeft haar standpunt inzake de onaanvaardbaarheid gehandhaafd op grond van de volgende overwegingen. De open structuur van de wijk geeft haar een eigen karakter. Stedebouwkundig gezien is de wijk een overgangsgebied tussen de groene zone langs de Aa of Weerijs en de lagere bebouwingsdichtheid die de Graaf Hendrik III laan kenmerkt. De bedoeling is de open groenstructuur voor dit gebied rond het ziekenhuis De Baronie te handhaven. Tegen tuinafscheidingen in de vorm van groen, dan wel pergola-achtig of transparant bestaat uit welstandsoogpunt geen bezwaar. Hiervoor verwijzen wij naar de tot op heden verleende welstands goedkeuringen volgens de bijlagen voor tuinafscheidingen op de percelen Vriesdongen 4 en 48. Schuttingen, erfafscheidingen of muren over een bepaalde lengte zonder het element "transparantheid" zijn vanwege het open, groene parkachtige karakter hier niet op zijn plaats en uit oogpunt van welstand niet aanvaardbaar. De onderhavige aanvraag betreft een blinde muur als tuinafscheiding die de welstandscommissie conform de beleidsuitgangspunten, zoals is gesteld, hier van een onacceptabel karakter acht. De andere aspecten, wat hier ook van zij, zijn niet ter zake doende bij de beoordeling of een bouwvergunning wel of niet verleend moet worden. Artikel 48 van de Woningwet geeft limitatief en imperatief aan wanneer een vergunning geweigerd mag en moet worden. Dit gebeurt in geval dat: 1. het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, niet voldoet aan de bouwverordening 2. het bouwwerk in strijd is met een bestemmingsplan; 3. voor het bouwwerk een vergunning ingevolge de Monumentenwet of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening vereist is en deze niet is verleend. In dit geval is sprake van strijd met de bouwverordening, omdat met betrekking tot de welstandsaspecten niet voldaan wordt aan het gestelde in artikel 34 van deze verordening. Op grond van het voorgaande moeten wij concluderen dat wij de gevraagde vergunning terecht hebben geweigerd. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, derde lid van de Bouwverordening 1978 zijn de heer en mevrouw De Haan in de vergadering van de commissie volkshuisvesting en stadsvernieuwing in de gelegenheid gesteld te worden gehoord Het proces-verbaal*), dat is opgemaakt van deze hoorzitting, ligt voor u ter visie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 1554