2
nr. 294
Voor het perceel Vismarktstraat 2 is geen bestemmingsplan van kracht. Het
bouwplan voor een overdekt terras moet daarom alleen getoetst worden aan de
gemeentelijke bouwverordening.
Gebleken is, dat het overdekte terras komt te liggen voor de voorgevelrooi
lijn van het pand, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 40 van
de bouwverordening.
Van dit verbod is vrijstelling mogelijk in bepaalde gevallen, opgesomd in
artikel 42, lid 1. In deze opsomming ontbreekt echter de mogelijkheid vrij
stelling te verlenen voor het bouwen van een overdekt terras met overschrij
ding van de voorgevelrooilijn.
Het tweede lid van ditzelfde artikel bepaalt, dat verder vrijstelling kan
worden verleend, indien voor het gebied waarin het bouwwerk zal worden
opgericht
a. een voorbereidingsbesluit van kracht is en het bouwwerk niet in strijd
is met het ontwerp van een bestemmingsplan;
b. een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd;
c. een bestemmingsplan is vastgesteld, omtrent de goedkeuring waarvan nog
niet onherroepelijk is beslist.
In zo'n geval is een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten
vereist
Gedeputeerde staten echter geven deze verklaring van geen bezwaar alleen af,
indien enig inzicht bestaat in de toekomstige planologische ontwikkeling van
een bepaald gebied, zodat beoordeeld kan worden of het bouwwerk daarin past.
Voor het gebied rond de Vismarktstraat is noch een voorbereidingsbesluit van
kracht, noch een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd of door uw raad
vastgesteld, zodat de verklaring van geen bezwaar niet wordt afgegeven.
Ook deze vrijstelling kan niet verleend worden.
De aangedragen argumenten - hoe reëel en begrijpelijk ook - kunnen niets af
doen aan het feit, dat het al of niet verlenen van een bouwvergunning
gebonden is aan de in de Woningwet vastgelegde regels.
Artikel 48 van deze wet bepaalt namelijk het volgende.
Een bouwvergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien:
a. het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft niet zou voldoen aan
de bouwverordening of de krachtens die verordening gestelde regelen of
eisen;
b. het bouwwerk in strijd zou zijn met een bestemmingsplan of krachtens
zodanig plan gestelde eisen;
c. voor het bouwwerk een vergunning ingevolge de Monumentenwet of een
provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze
niet is verleend.
De punten b en c zijn in dit geval niet van toepassing.
Wat het gestelde onder a betreft is hiervoor reeds uitvoerig het nodige
uiteengezet
Op grond van het voorgaande moeten wij concluderen, dat wij de gevraagde
vergunning terecht hebben geweigerd. Overeenkomstig het bepaalde in artikel
390, derde lid van de Bouwverordening 1978 is de heer Kerkhof in de
vergadering van de commissie volkshuisvesting en stadsvernieuwing in de
gelegenheid gesteld te worden gehoord.
Hij heeft hiervan echter geen gebruik gemaakt.