nr. 295
ad a (oude/nieuwe regeling)
X
De Subsidieverordening Woonconsumenten is door U raad vastge
steld in de vergadering van 28 januari 1988. De verordening
opent de mogelijkheid tot het verstrekken van subsidie aan woon
consumenten of woonconsumentenorganisaties. Het vaststellen van
deze subsidieverordening was een uitvloeisel van de per 1 janua
ri 1986 in werking getreden "Regeling bijdragen aan gemeenten
ten behoeve van woonconsumenten", van de Staatssecretaris van
VROM. Met deze rijksregeling werd, in het licht van het voort
schrijdende decentralisatieproces, een bijdrage geleverd aan de
mogelijkheden tot het ontwikkelen van een woonconsumentenbeleid
op lokaal niveau, door voor dit doel aan gemeenten een financië
le tegemoetkoming te verstrekken.
De nieuwe rijksregeling kwam in de plaats van de Regeling gelde
lijke steun inspraak, welke was neergelegd in een circulaire van
de Staatssecretaris dd. 16 juli 1979 (MG 79-26). Deze "oude"
regeling bood de mogelijkheid om aan "initiatiefnemers tot het
stichten van gesubsidieerde huur- of eigen woningen" een extra
subsidie van f 500,-- per woning of wooneenheid te verstrekken,
indien zij de toekomstige bewoners in de gelegenheid zouden
stellen door middel van een nader uitgewerkte inspraakprocedure
deel te nemen aan het planvoorbereidingsprocesOm voor deze
subsidie in aanmerking te komen diende de "initiatiefnemer" een
gemotiveerde aanvraag in te zenden naar de HID, geruime tijd
vóórdat een begin zou worden gemaakt met de inspraak. De rol van
de gemeente bij het indienen en verder afwikkelen van een derge
lijke subsidie-aanvraag was slechts een beperkte. De regeling
verlangde op dit punt niet méér, dan dat bij de subsidie
aanvraag een verklaring van de betrokken gemeente gevoegd zou
worden, waarin werd medegedeeld dat de betreffende voornemens
zouden passen in het gemeentelijk ruimtelijk- en volkshuisves
tingsbeleid.
Door de Algemene Woningbouwvereniging Breda e.o., de "initiatief
nemer" in het kader van de "oude" regeling, is op 21 augustus
1984 een subsidieverzoek bij de HID ingediend, voorzien van
evenbedoelde gemeentelijke verklaring^ Dat subsidieverzoek werd
niet gehonoreerd. Volgens de vereniging werd die weigering gere
lateerd aan de op handen zijnde "nieuwe" regeling. Naar ons
echter van de kant van de Algemene Woningbouwvereniging Breda
e.o. werd medegedeeld, werd het subsidieverzoek afgewezen omdat
het inspraakprojekt al op gang was gebracht vóórdat de subsidie
aanvraag was ingediend. Aldus werd niet voldaan aan een kenne
lijk belangrijke voorwaarde in de "oude" regeling. Dat het in-
spraakprojekt ten tijde van het indienen van de subsidieaanvraag
inderdaad reeds gaande was, blijkt ook uit de nadere motivering
van het beroepschrift van de vereniging. Wat hier echter ook van
zij, de aanvraag en afwikkeling van een subsidieaanvraag onder
de "oude" regeling was een zaak tussen de initiatiefnemer, in
spraakparticipanten en overige betrokkenen enerzijds, en de HID
c.q. het ministerie van VROM anderzijds. De gemeente stond daar
strikt genomen buiten, hoezeer wellicht ook sympathie kon worden
opgebracht voor het inspraak-initiatief als zodanig.
- 3 -