nr. 295
ad b en c (gewekte verwachtingen
Het gemeentebestuur heeft zich bij het opstellen van de beleids
voornemens voor de periode 1982-1986 in zijn algemeenheid uitge
sproken voor een beleid, dat is gericht op de vergroting van de
invloed van bewoners op het beheer van woningen en van hun woon
omgeving. Dit beleidsvoornemen zou als een logisch vervolg kun
nen worden beschouwd op het reeds in de zittingsperiode 1978-
1982 uitgesproken beleidsvoornemen om inspraak bij het totstand
komen van nieuwbouwplannen te bevorderen. Het door het gemeente
bestuur aan de Algemene Woningbouwvereniging Breda e.o. toeken
nen van een contingent van 52 woningwetwoningen ten behoeve van
het centraal-wonen project, kan worden gezien als een concreti
sering van deze beleidsvoornemens.
Naar wij aannemen doelt de vereniging hierop, waar zij in haar
beroepschrift stelt dat het steunen van het "centraal-wonen"-
projekt een politieke beslissing is geweest. Bedoelde beleids
voornemens alsmede de toekenning van een contingent betekenen
naar onze mening echter geenszins, dat de vereniging hieraan de
gerechtvaardigde verwachting mocht ontlenen - zoals zij blijkens
het beroepschrift kennelijk doet - dat de gemeente min of meer
"garant" zou staan voor de financiering van de gemaakte kosten,
indien en voor zover de subsidieaanvraag bij de HID niet het
gewenste resultaat zou opleveren. Ook het bij de subsidie
aanvraag gevoegde gemeentelijke schrijven dd. 23 augustus 1984,
waarin bij wijze van motivering werd verwezen naar eerderbedoel-
de beleidsvoornemens, kan naar onze mening niet tot deze con
clusie leiden. Niettemin is de kern van de argumentatie in het
beroepschrift gebaseerd op de aanname dat door de gemeente ver
wachtingen zijn gewekt die gehonoreerd dienen te worden. Hetgeen
door de vereniging in dit kader wordt aangevoerd kan naar onze
mening deze zienswijze niet voldoende ondersteunen.
ad d en e (rol gemeenten vanaf 1-1-1986)
De subsidiëring van inspraakprojekten zoals in casu, is per 1
januari 1986 een gemeentelijke zaak geworden. Vanaf die datum
stelde het rijk althans hiervoor financiële middelen aan de
gemeenten ter beschikking. De op 28 januari 1988 vastgestelde
Subsidieverordening Woonconsumenten bevat de voorwaarden en
bepalingen, waaronder aan woonconsumenten en woonconsumentenor
ganisaties subsidie kan worden verleend. Ook de procedure inzake
het aanvragen en afhandelen van subsidieverzoeken is in deze
verordening ondergebracht.
Een en ander betekent echter niet dat de gemeente zich vóór 1
januari 1986 geen inspanningen getroostte met betrekking tot het
ondersteunen van (groepen van) bewoners. Voor 1 januari 1986 was
er in die zin onder meer sprake van:
- diverse subsidiemogelijkheden vanuit het fonds stadsvernieu
wing voor activiteiten van (groepen) van bewoners die verband
hielden met stadsvernieuwing;
- de subsidieregeling voor wijk- en buurtorganisaties die (groe
pen van) bewoners bij diverse activiteiten ondersteunde, waar
onder ook activiteiten die verband hielden met wonen;
- 4 -