- 2 -
nr. 506
Artikel 3
Koper en diens rechtsopvolgers dienen per woning parkeerruimte voor 1
auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden.
Artikel 4
De bepalingen van de artikelen 2 en 3, alsmede dit artikel moeten bij
elke vervreemding van het gehele onroerende goed of een gedeelte
daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op
het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende
eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden
bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepa
lingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen
verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal
zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare
boete van 100.000,
Artikel 5
a. Koper(s) verklaart akkoord te gaan met de interimregeling bodem
verontreiniging zoals vastgesteld bij besluit van het college van
burgemeester en wethouders dd. 2 november 1982.
b. Bij ingebruikname van de percelen grond wordt koper geacht deze
volledig te kennen en deze te aanvaarden als bouwrijpe grond,
zodat koper alsdan geen aanspraak kan maken op enige vergoeding
van enigerlei schade wegens structuur, gesteldheid, verontreiniging
enz. van de bodem.
c. Koper verklaart kennis genomen te hebben van het bij dit besluit
behorende en als zodanig gewaarmerkte rapport van het indicatieve
bodemonderzoek (code 63.29.1), zoals dat ter plaatse is verricht
door de milieudienst van de gemeente Breda. Eventueel nader
onderzoek komt voor rekening van de koper.
te bepalen, dat deze verkoop komt ten bate en ten laste van het
gemeentelijk grondbedrijf, met uitzondering van een bedrag van 12,38
per m2 wegens bijdrage in de kosten van aanleg van grote werken, welk
bedrag komt ten bate van de algemene dienst van de gemeente en met
uitzondering van een bedrag van 0,45 per m2, welk bedrag komt ten
bate van het fonds artistieke werken.
Aldus besloten in zijn openbare
vergadering van %ri~ /2