aan de raad der
gemeente Breda
nr. 309
Voorstel van burgemeester en
wethouders m.b.t. het realiseren
van een sporthal In de Haagse
Beemden
Wlz/887007929
Inleiding.
Op dit moment zijn in Breda een drietal sporthallen aanwezig,
waaronder twee gemeentelijke en één particuliere hal. Met name
voor zaalvoetbal en badminton blijft de vraag naar
sporthalruimte groot. Reeds jaren is naar mogelijkheden gekeken
om de behoefte op te vangen. Financieel gezien was realisering
van een sporthal echter niet mogelijk. Qua spreiding was wel
duidelijk waar eventueel een nieuwe sporthal gerealiseerd zou
moeten worden. Gelet op de situeringen van de reeds aanwezige
hallen zou een nog te realiseren hal in Breda Noord gesitueerd
moeten worden.
Begin 1988 is definitief besloten dat het Graaf Engelbrecht
College zijn nieuwe huisvesting zal krijgen in de Haagse
Beemden.
In het lokalenplan voor de school is een tweetal
gymnastieklokalen opgenomen.
T.a.v. de mogelijke realisering van een sporthal(3 zaaldelen)
heeft overleg plaatsgevonden met het ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen en de schoolleiding
Resultaat van het overleg was dat zowel ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen als de school bereid zijn
medewerking te verlenen aan de realisering van een sporthal,
als onderdeel van de nieuwbouw van de school, en hiervoor het
bij het ministerie beschikbare investeringsvolume van 2
zaaldelen in te zetten.
Dit was voor ons college aanleiding om, in afwachting van
nadere informatie over de financiële consequenties, in principe
medewerking toe te zeggen bij de realisering van een sporthal
bij de school.
Op 12 augustus 1988 ontvingen wij definitief bericht van het
ministerie van Onderwijs en Wetenschappen over de financiële
inbreng van de 2 zaaldelen*.
Het voorbereidingsproces m.b.t. de school was reeds in gang
gezet en de architect moest, wil de school tijdig opgeleverd
kunnen worden, het plan van eisen van de sporthal ruimtelijk
gaan vertalen.
Omdat het opnemen van 2 gymnastiekzalen of een sporthal van
meet af aan een belangrijk element is bij de opzet van het
project, diende in de loop van september 1988 van de zijde van
de gemeente uitsluitsel te worden gegeven.
Bekend was welke gemeentelijke investering noodzakelijk zou
zijn en welke dekkingsmogelijkheden daartoe beschikbaar zouden
zijn.