SS
aan de raad der
gemeente Breda
nr. 31 6
Voostel van burgemeester en
wethouders tot vaststelling van
de exploitatiekosten van het
openbaar basisonderwijs over het
tijdvak 1 aug. 1985 tot en met
het jaar 1987
Wlz/887008403
Ingevolge artikel 102 WBO dient de raad de navolgende bedragen
vast te stellen:
a. het totaal van de bedragen, die in elk kalenderjaar zijn
uitgegeven ten behoeve van de materiële instandhouding,
b. het totaal van de ontvangsten dat is gebaseerd op de
bedragen, die krachtens artikel 94 voor de voorzieningen
voor de materiële instandhouding voor het kalenderjaar zijn
vastgesteld,
c. het totaal van aanvullende ontvangsten die krachtens art.
101 WBO zijn vastgesteld,
d. een staat van voorzieningen die zijn ingesteld ten behoeve
van het openbaar onderwijs.
Op grond van het bovenstaande doen wij U bijgaand het concept
besluit ter vaststelling van deze bedragen toekomen.
Met betrekking tot dit concept-besluit kan het navolgende
worden aangetekend:
1. in de betreffende jaren waren de navolgende openbare scholen
voor basisonderwijs in de gemeente gevestigd:
- Biesdonk, Molstraat 46
- Robert Schuman, Meerhoutstraat 2bis
- Heusdenhout, Kapelstraat 15
- de Haeghe, Doelen 9
- de Regenboog, Raaimoeren 17
- Resteren, Vlierenbroek 32
- de Wildert, Johansberg 3 (sinds aug. 1987),
2. bij de vaststelling van de exploitatiekosten behoeft geen
rekening gehouden te worden met aanvullende inkomsten,
krachtens artikel 101 WBO, aangezien geen enkele openbare
school in bijzondere omstandigheden verkeerde,
3. specificaties van de werkelijke kosten per school per jaar
en de hiervoor beschikbare bedragen zijn weergegeven op een
bijlage welke voor U ter inzage ligt,
4. bij het vaststellen van de bedragen t.b.v. de materiële
instandhouding worden buiten beschouwing gelaten de uitgaven
en ontvangsten voor administratie, beheer en bestuur en de
bedragen t.b.v. het onderwijs in lichamelijke oefening,
5. de nieuwe bekostingingssystematiek WBO maakt het mogelijk
dat overschotten op de rijksvergoeding worden gereserveerd
(toegevoegd aan de voorziening) en tekorten worden bestreden
uit de opgebouwde reserves (onttrekking aan de voorziening),
6. de exploitatie 1985 en 1986 geeft een overschot op de
rijksvergoeding van resp. f 29.485,24 en f 11.171,98
II