nr. 321
d. Kinderopvang
De dienst welzijn onderzoekt of de oprichting van een kin
derdagverblijf in samenwerking met een aantal in de bin
nenstad gevestigde bedrijven en organisaties een haalbare
kaart is. Een dergelijke samenwerking verbreedt het draag
vlak. In verband hiermede heeft ons college besloten om
een kinderdagverblijf niet in het programma van eisen op
te nemen.
Ten behoeve van de publieksfuncties in het stadskantoor
wordt er wel rekening gehouden met de inrichting van een
kinderspeelhoek
e. Medezeggenschap, personeelsvoorzieningen en voorlichting
De stuurgroep stadskantoor heeft de M.C-werkgroep stads
kantoor op 7 april 1988 advies gevraagd op basis van een
informatieset en een toelichting in een informatiebijeen
komst. In het advies van de M.C-werkgroep van 3 mei 1988
gaat de werkgroep akkoord met de in de informatieset om
schreven procedure en plannen. De geplaatste kanttekenin
gen zijn verwerkt.
Ten aanzien van de gevraagde recreatieve voorzieningen
ten behoeve van het personeel is het standpunt van de
stuurgroep dat het in het S0.W.-rapport gevraagde mini
mumpakket dient te worden gerealiseerd. Dit standpunt
wordt door ons college onderschreven. De gevraagde voor
zieningen zullen de jaarlijkse exploitatielasten met cir
ca 145.000,doen stijgen. Met dit bedrag zal dus het
in aanhef genoemde exploitatiemaximum moeten worden opge
hoogd. De onderhavige stukken liggen ter visie.
Hierbij wordt opgemerkt, dat een deel (150 m2van de
door de M.C.'s gevraagde extra ruimte (500 m2) als ver
lengstuk voor de kantine kan gelden en in combinatie daar
mee kan worden gebruikt voor ontvangsten en recepties.
De notitie "Voorlichting stadskantoor"heeft tot doel
om zorg te dragen voor een planmatige en gestructureerde
informatieverstrekking omtrent de verschillende fases in
het voorbereidings- en bouwproces aan de verschillende
doelgroepen. Hoewel een belangrijk deel van de voorlich
tingsactiviteiten zich richt op de interne organisatie
zal ook aandacht worden besteed aan de externe voorlich
ting.
Bestaande panden
a. Bij handhaving van de bestaande panden zijn, zoals reeds
gesteld, aanpassing en verbouwing daarvan noodzakelijk.
Onderzocht is wat de kosten hiervan zouden zijn. Uit een
oogpunt van vergelijkbaarheid is hierbij gekozen voor een
niveau als geformuleerd in het programma van eisen voor
de nieuwbouw.
- 3 -