nr. 325
DEEL III, BUURTBEHEER
Met deel III, Buurtbeheer stellen wij het beheer van de stad
op buurtnivo aan de orde. De nota is opgesteld door een multi
disciplinaire werkgroep onder leiding van enkele leden van ons
college. Wij hebben gekozen voor een methode, waarbij wij sa
men met de belanghebbenden kunnen komen tot de verbetering en
de instandhouding van het direkte leefmilieu in de meest brede
zin. Een ontwikkeling, welke zich dient af te spelen binnen de
randvoorwaarden vanuit de totaal-visie en de ruimtelijke ver
taling hiervan. Het aksent ligt hierbij op het integrale karak
ter van de aanpak en het feit dat de aktiviteiten in samen
spraak met de diverse participanten tot stand dienen te komen.
Hiermede streven wij tevens een vergroting van de duidelijk
heid en klantgerichtheid na alsmede een verbetering van de or
ganisatie en een efficientere afstemming van de diverse inves
teringen in de buurten. Het op deze wijze vormgegeven buurtbe
heer zal een experimenteel karakter dragen. Te zijner tijd zal
een eventuele bijstelling op basis van de opgedane ervaringen
dienen plaats te vinden.
In de nota wordt een tweetal prioriteitsbuurten aangewezen,
dat voor een eerste aanpak in aanmerking komt. De keuze van
beide buurten wordt voor een deel ingegeven door het experi
mentele karakter en het daaruit voortvloeiende leereffekt van
deze aanpak. Met de aanwijzing van deze buurten wordt voldaan
aan het gestelde dienaangaande in het programma-akkoord.
De deelnota Buurtbeheer is - vanwege zijn budgettaire en orga
nisatorische implikaties op korte termijn - reeds aan de kom
missies financien en planning en volkshuisvesting en stadsver
nieuwing ter kennisneming aangeboden. Tevens is deze koncept-
nota voor kommentaar aan een groot aantal maatschappelijke in
stellingen, waaronder de woningbouwcorporaties en buurtorgani
saties gezonden. Het resultaat van deze inspraakronde is als
bijlage bijgevoegd.
BESLUIT
Aan uw raad wordt voorgesteld:
1. De nota I, Stedelijk beheer, een eerste schets d.d. maart
1988 met instemming voor kennisgeving aan te nemen.
2. De nota II, Ruimtelijk Beleid in Breda, een structuurvisie
voor de periode 1988 tot 1998 d.d. oktober 1988 als
richtinggevend voor het ruimtelijk beleid vast te stellen
en er kennis van te nemen dat deze nota, tezamen met deel
nota I de procedure voor een structuurplan als bedoeld in
de wet op de Ruimtelijke Ordening zal doorlopen.