aan de raad der gemeente Breda nr. 55 Voorstel van burgemeester en wethouders over de besteding van door de provincie aan Breda toegewezen gelden ter bevordering van beeldende kunst over 1987 en 1988. Wlz/887000622 1. Een deel van de gelden die voorheen door het Rijk aan de BKR werden besteed zijn vla het Ministerie van Sociale Zaken overgeheveld naar het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. De minister van WVC op zijn beurt heeft een deel van deze gelden bestemd voor de H grote steden en de provincies, onder de voorwaarde dat deze gelden werden bestemd voor versterking van positie van de kunstenaars De provincie Noord-Brabant heeft een verdeelplan gemaakt, het geld wordt o.m. besteed voor verwerving van kunstwerken, voor opdrachten, voor de subsidiëring van de kunstuitleen in de kosten van aankoop en huur van kunstwerken. Na overleg met de wethouders cultuur van de vier grote gemeenten is daarnaast een bedrag van f 300.000,toegewezen aan de vier grote gemeenten op grond van het beleid dat zij als centrum gemeenten voeren. Breda is voor 1987 maximaal f 66.000, toegewezen. Volgende jaren ontvangen de provincies meer en het ligt in het voornemen dat ook de vier grote gemeenten meer ontvangen. Voor Breda wordt een toewijzing verwacht van ca. f 190.000,De definitieve besluitvorming dient nog plaats te vinden. 2. De gelden 1987 ad f 66.000,en de Bredase Kunstdagen De besluitvorming van de provincie over 1987 heeft plaatsgevonden op 22 mei 1987, de toezending van het besluit op 12-8-1987. Het geld is, zoals uit de stukken blijkt, geoormerkt en dient besteed te worden voor de productie van werken voor beeldende kunst en daarmee voor de verbetering van de positie van de kunstenaars. Na het bekend worden dat een bedrag voor 1987 beschikbaar zou komen en waarschijnlijk ook voor de komende jaren, is er intensief contact geweest met de plaatselijke kunstenaars, verenigd in BOA, en de provincie. Uitgangspunt van het bestedingsplan 1987 was in 1987 een aanzet te geven voor nieuw beleid, waarop in 1988 en volgende jaren voortgebouwd zou kunnen worden. Het wegvallen van de BKR - een rijksregeling - brengt een grotere verantwoordelijkheid van gemeente en provincie voor de kunstenaars, die op zeer persoonlijke wijze denkbeelden vorm geven en daardoor de verbeelding en de belevingswaarde stimuleren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 288