aan de raad der
gemeente Breda
OW/887904089
nr. 99
Voorstel van burgemeester en wethouders met
betrekking tot de verlening van geldelijke
steun voor de bouw van woningen op grond van de
Regeling geldelijke steun huurwoningen norm
kostensysteem 1988.
1INLEIDING
Met ingang van 1 januari 1988 is voor het gehele land het Normkostensysteem
(NKS) voor de nieuwbouw van sociale huurwoningen ingevoerd.
Met de invoering van het NKS is een derde belangrijke en voor de gemeente
ingrijpende stap gezet op het gebied van de decentralisatie van de volks
huisvesting.
De eerste twee stappen bestonden uit respectievelijk de invoering van de
Regeling geldelijke steun verbetering huurwoningen per 1 januari 1987 en de
Nota toezicht instellingen volkshuisvesting.
2DE REGELING
aAlgemeen
De regeling geldelijke steun huurwoningen normkostensysteem 1988 vervangt
voor wat betreft de subsidiëring van nieuwbouw (en verbouw) in de sociale
huursector de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975 en de Regeling
geldelijke steun huurwoningen in proefgemeenten normkostensysteem 1986.
De bouw van zogenaamde beleggerswoningen blijft gesubsidieerd op grond van
de genoemde beschikking uit 1975.
Het betreft een zeer complexe regeling. De regeling alsmede een "populaire"
verwoording ervan liggen ter visie.
b. Wijziging subsidiesysteem
Het normkostensysteem laat zich als volgt kort omschrijven.
Het is een gedecentraliseerd subsidiestelsel voor de nieuwbouw van sociale
huurwoningen. In dit systeem heeft het rijk een voorwaardenscheppende rol
voor de financiering, de subsidiëring en de huurstelling
Het rijk stelt een normbedrag vast, waarvoor in de sociale huursector
gebouwd kan (moet) worden. Dit bedrag - de normbouwkosten - wordt verhoogd
met acceptabele grondkosten. Gezamenlijk vormen zij de acceptabele stich-
tingskosten, een budget waarop iedere gemeente per woning recht heeft.
Daarnaast zijn er de zogenaamde kopkostensubsidies. De gemeente Breda
krijgt deze kopkosten rechtstreeks van het rijk.
Een belangrijke sleutel in het Normkostensysteem is het aantal m2 Binnen
werks Kern Oppervlak, hetgeen de woninggrootte aanduidt. Aan de hand van
het aantal m2 B.K.O. stelt het rijk de normbouwkosten vast.
Voor 1988 is de landelijke gemiddelde woninggrootte vastgesteld op 75 m2
B.K.O.