nr. 99 - 2 - De gemeente en de corporaties bepalen de kwaliteit van, de grootte en de aantallen te bouwen woningen. Dit binnen de marges die de Regeling toelaat. Het rijk dekt dus niet langer bij een vastgestelde huurhoogte het exploi tatietekort af. Het verschil tussen de kostprijs en de exploitatiesubsidie bepaalt de huur. De jaarlijkse bijdrage wordt, zoals gezegd, niet bepaald door het exploitatietekort maar door de woninggrootte en het dynamisch kostprijspercentage Dit stelsel wordt gecompleteerd met procedurele voorschriften, die onder meer bepalen dat de gemeente voor 1 juni voor 50% van de plannen moet hebben ingediend. Voor 1 september daarop volgend moeten de plannen voor de rest van het contingent bij de H.I.D. liggen. cGewijzigde taakverdeling tussen rijk en gemeente Naast een systeemwijziging houdt het normkostensysteem ook in een gewij zigde verdeling van taken en bevoegdheden tussen rijk en gemeente. Boven dien betekent dit op het lokale vlak een herdefiniëring van de taakver deling tussen gemeente en opdrachtgever: de corporatie. eRechtstreekse gemeente De gemeente Breda is een zogeheten rechtstreekse gemeente. Dit betekent dat zij in het normkostensysteem meer beleidsvrijheid heeft dan een niet-recht- streekse gemeente. Dit houdt onder meer in dat normbouw- en kopkosten rechtstreeks aan de gemeente Breda worden toegekend en door de gemeente naar eigen inzicht mogen worden verdeeld. 3. BUDGETBRIEF 1988 Gedateerd 21 januari 1988 is van de minister van volkshuisvesting, ruimte lijke ordening en milieubeheer de eerste budgetbrief in het kader van de NKS ontvangen*. Voor de bouw van 215 sociale woningen met een gemiddeld investeringsbudget van 114.265,per woning, is een budget beschikbaar gesteld van 24.566.954,waarvan 1.484.124,aan kopkosten. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat het beschikbaar gestelde budget voor acceptabele stichtingskosten geen subsidiemiddelen zijn waarmee de woningen gebouwd kunnen worden. Het betreft een optelsom van normbedragen waarvoor de woningen gebouwd moeten worden en het rijk contragarantie op de aan te trekken leningen verleent. Dit in tegenstelling tot het kopkostenbudget en de budgetten ingevolge de verbeterregeling waarbij door middel van de budgetbrief wel subsidie middelen aan de gemeente worden verstrekt. 4. KOPKOSTEN EN KOPKOSTENBUDGET Dit zijn kosten die, als gevolg van plaatselijke omstandigheden, leiden tot stichtingskosten welke hoger zijn dan de acceptabele stichtingskosten en die worden onderscheiden in: a. bouwplaatskopkosten; b. funderingskopkosten; c. regiokopkosten; d. geluidkopkosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 469