nr. 104
d. Er zijn zogenaamde nul-contingenten gecreëerd. Dit zijn
ongesubsidiëerde verbetercontingenten die door corporaties
gerealiseerd moeten worden. Deze nul-contingenten zijn
ingesteld als een verhaal op de door corporaties behaalde
voordelen bij renteconversies.
Bij de realisatie van nul-contingenten worden door het rijk
wel de daarvoor noodzakelijke tegemoetkomingen in de
verhuis- en herinrichtingskosten beschikbaar gesteld.
e. De verplichting voor budgetgemeenten w.o. Breda) tot het
hebben van een verordening waarin deze regeling voor het
lokale niveau is verwoord, is verschoven van 1 januari 1988
naar 1 januari 1989.
3. Het contingent 1988 en de verdeling daarvan.
Gedateerd 21 januari 1988 is van de staatssecretaris van volks
huisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer de budgetbrief
1988 ontvangen*.
Het betreft 68 woningen vooroorlogs, 223 woningen naoorlogs
'46-'68 en 41 woningen naoorlogs >'68.
Voorts een O-contingent van 94 woningen in de oudste
na-oorlogse-categorie en voor 23 woningen geluidwerende maatre
gelen.
Overeenkomstig de betreffende bepalingen van het convenant en de
raamovereenkomst is de in het permanent kontakt orgaan samen
werkende woningbouwverenigingen in Breda gevraagd deze contin
genten over de lokale corporaties te verdelen. De woningbouw
verenigingen hebben enige maanden over die verdeling met elkaar
gesproken. Het grootste knelpunt vormde de verdeling van het
na-oorlogscontingent '46 - '68. Noch in de vergadering van de
beleidsgroep volkshuisvesting en stadsvernieuwing van 5 februari
j.l., noch in die van 4 maart daaropvolgend, konden de woning
bouwverenigingen uitsluitsel geven over een verdeling van het
contingent tussen de corporaties. Op 7 maart 1988 is door de
corporaties nog een laatste poging tot verdeling gedaan.
Ook toen zijn zij daar niet in geslaagd.
Dit betekende dat ons college het verdelingsbesluit heeft moeten
nemen.
De verdeling van de subsidiegelden is niet op grond van volks-
huisvestelijke argumenten te onderbouwen. Dit komt doordat geen
inzicht bestaat in de kwaliteit van het - sociale - woningbezit
op basis van een kwaliteits-inventarisatie
Voorts zijn de woningbouwverenigingen nog niet gekomen tot een
vergelijkbaar systeem van woningopnamen, waartoe het streven is
uitgesproken in artikel 4 van het convenant.
- 2 -