nr. Ill
C. Contingenten groot onderhoud
Op grond van de inzichten in de technische staat van
het woningbestand is in I98V1985 nog gestreefd naar de
realisatie van groot onderhoud aan 300 woningen per
jaar. Immers planmatig en projectmatig uitgevoerd onder
houd is voordeliger dan reparatie per incident. De ver
mogensprognose in 1985 dwong tot een verlaging van het
streefniveau naar 300 woningen per jaar gedurende 5
jaar. Bij de opstelling van het saneringsrapport (febru
ari 1986) is deze optie voorlopig aangehouden. In af
wachting van de realisatie van de saneringsbijdragen
door rijk en gemeente is dit gehandhaafd. Teruggang in
1988 van beschikbare contingenten leidt tot een verdere
daling van uit te voeren groot onderhoudsprojecten.
Inmiddels geeft de geactualiseerde meerjarenprognose
een verminderd investeringsvolume per jaar voor groot
onderhoud te zien. Er blijft na realisatie van de
berekende sanerlngsbijdrage van het minsterie van VROM,
de gemeente Breda en realisatie van 5 miljoen middels
o.a. verkoop nog een bestedingsruimte voor gemiddeld
150 woningen groot onderhoud per jaar over. Dit
gedurende de periode van 1987 - 1997.
Het geplande groot onderhoud wordt in deze benadering
dus uitgesmeerd over een langere periode; dit zal
doorwerken op de budgetten voor klachten- en mutatie-
onderhoud en het gepland onderhoud ten laste van de
algemene bedrijfsreserve. Dit vraagt herziening van de
momenteel voorliggende planning technisch beheer.
Gezien de huidige ontwikkelingen met betrekking tot het
beschikbaar stellen door de rijksoverheid van contingen
ten groot onderhoud wordt op deze prognose een zware
claim gelegd. Dit betekent een nog grotere verantwoorde
lijkheid voor de woningbouwvereniging ten aanzien van
de groot onderhouds- en verbeterwerkzaamheden en het
klachten- en mutatie-onderhoud. De gemeente Breda heeft
binnen haar volkshuisvestingsbeleid zorg voor voldoende
woningen van voldoende kwaliteit. Ten aanzien van de
woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda draagt de
gemeente Breda vanuit het verleden een specifieke
verantwoordelijkheid en daarmee een specifieke verplich
ting naar de toekomst.
Het beeld ontstaat - volgens de huidige inzichten - dat
er slechts een zeer schraal onderhoudsbeleid mogelijk
zal zijn.
Op basis, van de voorliggende onderhoudsprognoses en
vermogensprognose is een bedrijfseconomisch zelfstandig
functioneren als woningbouwvereniging slechts met
moeite mogelijk.
- 8 -