SS gemeente Breda nr. Ill De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen uit de gemeentewet; besluit 3. 4. 5. tot aanvaarding van 8 miljoen renteloos voorschot onder de bijbehorende voorwaarden van het ministerie van Volks huisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ten behoeve van de financiële sanering van het gemeentelijk woningbedrij f tot het toekennen van een effectieve bijdrage middels 15-jaarlijkse annuïteiten ad 1.094.000,vanaf 1 januari 1987; indien daartoe noodzaak zal ontstaan, zal de woning bouwvereniging Volkshuisvesting Breda het restantbedrag mogen opnemen, mits een dergelijke actie voor de gemeente geen financiële (nadelige) gevolgen heeft; tot het verstrekken van een aanvullend renteloos voorschot ad 3 miljoen onder analoge voorwaarden van het genoemde rijksvoorschot en daartoe de bijgevoegde begrotingswijzi ging vast te stellen; tot het aanvaarden van de terugbetaling door de woning bouwvereniging van de onder 1. en 3. genoemde voorschotten in de verhouding 3 (gemeente) 8 (rijk). Bij de toetsing van mogelijke terugbetaling van het rente loos voorschot na het 5e jaar zal als minimale positie van de ABR inclusief eventuele overige voorzieningen worden aangehouden een niveau wat overeenkomt met 12g van de jaarhuur en overheidsbijdrage in de exploitatie-tekorten. Alles wat het onderhoudsfonds woningen en woongebouwen de onderhoudsnorm voor dat jaar van het totale woningbestand te boven gaat, zal bij de beoordeling van de algemene bedrijfsreserve worden betrokken; tot vereffening van - in verband met de regeling - onjuist in rekening gebrachte renteconversie bij complexen met een nadelig exploitatie-saldo conform MG 77-18 en verrekening met de reeds gecorrigeerde bedragen; (zie bijlage 11: notitie NWR over rente-ecart d.d. 5 november 1987*); de woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda op te dragen een voorstel aan het college van burgemeester en wethouders ter goedkeuring voor te leggen met betrekking tot de ver koop van woningen, waarbij uitgegaan dient te worden van een netto-opbrengst van ten minste 5 miljoen; 2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 551