nr. 15 Ten aanzien van de huidige situatie komt het ons voor dat een tijdelijke voortzetting van het samenwerkingsverband (tot bijvoorbeeld uiterlijk 1 januari 1992, of zoveel korter als mogelijk is) gewenst is. Wij delen de opvatting van het schap, dat een wat ruimere periode voor zowel afbouw van het grote kamp alswel de liquidatie van gemeenschappelijke regeling èn de teruggave van taken aan de individuele gemeenten, meer tijd vergen, maar daardoor ook meer kans biedt om het deconcentratie proces goed te laten slagen. Ons uitgangspunt is dat de deconcentratie van D.K.O., dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor de aan het Woonwagenschap deelnemende gemeenten, op een zo zorgvuldige manier dient te worden afgewikkeld. Wel zullen aan die tijdelijke voortzetting van de regeling wel nadere voorwaarden moeten worden verbonden voor wat betreft de specifieke inzet van het Woonwagenschap bij het deconcen tratieproces, extra inspanning om de leegstand in de naburige gemeenten op te vullen en een goed gefaseerde teruggave van taken gericht op de afbouw van de regeling. cRijksbeleid Ten aanzien van de tijdelijke rijksbijdrage die door het Woonwagenschap Breda is aangevraagd ten behoeve van extra ambtelijke ondersteuning bij de afbouw van de grote woonwagenkampen (voor de duur van het deconcentratieproces in totaal f 150.000,vermeerderd met f 2.500,per opgeheven standplaats), zal nog nader bestuurlijk overleg dienen plaats te vinden over het aandeel daarvan, dat Breda zou toekomen van wege extra ambtelijke inzet van de zijde van de gemeente Breda. Het overleg hierover zullen wij voeren, nadat wij een principe-besluit hebben genomen over de keuze van de woon- en werklocatiesOp die wijze is het mogelijk om op basis van een integrale kostenraming te bezien in hoe verre andere, extra bijdragen via het Woonwagenschap zijn te verkrijgen. Het gaat immmers om een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om het deconcentratieproces goed af te ronden. Wij zijn van mening dat de aan de schap deelnemende gemeenten moeten bijdragen in extra materiële kosten van de deconcentratie Financiële aspecten Bij de te verwachten W.V.C.-bijdrage t.b.v. de deconcentratie, (f 280.000,heeft het schap reeds f 40.000,voor het eerste jaar in de begroting 1988 opgevoerd. Wij zijn van mening dat deze rijksbijdrage moet worden gespreid over drie jaar. Indien de gemeenschappelijke regeling tijdelijk wordt voortgezet met maximaal 2 jaar valt er in het 4e en laatste jaar een tekort te verwachten van ca. f 40.000,voor het Woonwagenschap - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 57