nr. 129 - 3 - Artikel 6 Koper en diens rechtsopvolgers zijn er mede bekend dat ten noorden van het te verkopen perceel grond een riolering aanwezig is zoals op bijgevoegde tekening nr. 58048 van de dienst openbare werken met een streeplijn is aangegeven. De gemeente Breda is gerechtigd om van het onderhavige perceel grond te allen tijde gebruik te maken of te doen maken, zulks met inbegrip van het recht van toegang voor personen en goederen en daarin, daarop of daarboven alle werkzaamheden te verrich ten of te doen verrichten voor zover zulks naar het oordeel van de gemeente nodig is voor het onderzoeken, onderhouden, herstellen, vervangen en verwijderen van de hierboven omschreven voorziening. Van het vorenbedoelde recht van toegang zal door de gemeente zo mogelijk na overleg met koper en diens rechtsopvolgers op redelijke wijze gebruik worden gemaakt. Koper en diens rechtsopvolgers doen bij voorbaat afstand van alle aanspraken die zij tegenover de gemeente Breda zouden kunnen doen gelden wegens schade, in welke vorm dan ook genaamd, welke in eniger lei verband met de onderhavige werkzaamheden ontstaan. Artikel 7 Koper is verplicht in de brandgangen een verharding aan te leggen ter breedte van minimaal 90 cm. Artikel 8 Koper en diens rechtsopvolgers dienen parkeerruimte voor 1 auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden op de plaatsen die op tekening nr. 58048 met een driehoek zijn aangegeven. Artikel 9 De bepalingen van de artikelen 2 t/m 8, alsmede dit artikel moeten bij elke vervreemding van het gehele onroerende goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepa lingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000, III. de volgende aanvullende voorwaarden: 1. Opdat voor de te bouwen woningen tijdig bouwvergunning kan worden verleend en premiebeschikkingen kunnen worden afgegeven, verplicht de koper zich vóór 1 mei 1987 ontvankelijke en volledige bouw vergunning- en premieaanvragen in te dienen. 2. De gemeente neemt op zich de op grond van het bestemmingsplan "Hoge Vucht" c.q. de Wet op de Ruimtelijke Ordening vereiste planologische maatregelen te nemen, opdat tijdig de vereiste bouwvergunningen kunnen worden verleend. Indien nodig zal de gemeente bevorderen, dat een in verband met de te realiseren woningen essentiële goedkeuring c.q. toestemming van een hogere overheid zal worden verkregen. GRBED7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 627