MOTIE
De raad van de gemeente Breda,
in vergadering bijeen op 26 mei 1988,
gezien het prae-advies van het College van B en W inzake de verzelfstandiging
van het gemeentelijk woningbedrijf,
overwegende
dat de Raad bij deze verzelfstandiging gekonfronteerd wordt met een aan te vullen
tekort van bijna f. 30 miljoen;
dat dit niét de eerste keer is dat de Raad voor dit soort verrassingen heeft ge
staan;
dat hier gesproken moet worden van een niet adequaat funktioneren van gemeente
lijke diensten en van de daarvoor (politiek)verantwoordelijken;
dat lering trekken uit gemaaktefouten alleen maar ten goe<fe kan komen aan het
funktioneren van het gemeentelijk apparaat;
konkluderende
dat het College van B en W een te grote terughoudendheid betracht bij het achter
halen van de oorzaken van en de verantwoordelijkheid voor het deficit van het
gemeentelijk woningbedrijf;
nodigt het College uit tot
een grondige rapportage over wat er in het beleid met betrekking tot en in de be
drijfsvoering van het gemeentelijk woningbedrijf fout is gelopen. Waar het fout
liep, waarom het fout liep en wanneer het fout liep.
Daarbijstevens aandacht te besteden aan
a. de maatregelen die tot nu genomen zijn om in de gemeentelijke organisatie fouten
te vermijden en aan de maatregelen die eventueel na deze nog zullen volgen en
b. wie, wanneer en in welke mate verantwoordelijk is te stellen voor de gekon-
stateerde chaos.
Breda,16 mei 1988
LiSa-fraktie