- 3 -
nr. 133
Op die wijze blijft ook voor deze in gemeenschappelijk verband uitgeoefende taak
de bij de deelnemers geldende taakafbakening tussen algemeen bestuur (raden en
provinciale staten) en dagelijks bestuur (colleges van burgemeester en wet
houders en gedeputeerde staten) in stand. Daarbij zou de provincie de voorzitter
moeten leveren, die om wille van de handhaving van de verhoudingen volgens de
verdeelsleutel in dat bestuur een dubbele stem dient te hebben.
De voorzitter dient het lid van gedeputeerde staten te zijn in wiens porte
feuille IKM thuishoort. Dit vanwege het grotere aandeel dat de provincie in IHM
heeft maar ook vanwege de voortrekkersrol die deze bestuurder op velerlei
terrein vanuit de provinciale invalshoek ten behoeve van IHM kan vervullen.
Bij een aldus samengesteld dagelijks bestuur van IHM is er een direkte relatie
met de dagelijkse besturen van alle deelnemers en indirekt ook met de raden en
provinciale staten. Door deze brede samenstelling kan de slagvaardigheid van IHM
verder verbeteren. Alle deelnemers worden immers op die wijze betrokken bij de
besluitvorming, terwijl goede mogelijkheden ontstaan voor doorkoppeling van
informatie tussen deelnemers en IHM.
De raad van bestuur kan zich meer richten op hoofdlijnen van beleid en controle
op de uitvoering daarvan. Het beschikt daartoe over de vereiste bevoegdheden.
De thans in de regeling opgenomen vergaderfrekwentie van 12 per jaar kan in dit
kader, mede gelet op de huidige praktijk, worden bijgesteld.
23 Overige punten van wijzigingen
Naast de nieuwe bestuurssamenstelling en de daarmee samenhangende punten zoals
die hiervoor onder 2.2 aan de orde zijn geweest dient de gemeenschappelijke
regeling nog op andere onderdelen in overeenstemming te worden gebracht met de
bepalingen van de (herziene) Wet gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast bleek
ook op enkele plaatsen een redactionele wijziging nodig, bijvoorbeeld teneinde
verwijzingen aan te passen.
Kort samengevat hebben de overige wijzigingen betrekking op:
aanpassen van de formulering voor het ontslagrecht van leden door het
orgaan dat hen heeft aangewezen (art. 6);
schrappen van artikel 7 handelende over "verboden handelingen" nu de wet
daarvoor een regeling bevat;
wijzigen van de vergoedingsregeling voor de Raad van Bestuur (vaste ver
goeding in plaats van vergoeding voor bijwonen vergaderingen (art. 15);
- opnemen plicht tot verstrekken inlichtingen door leden van de raad van
bestuur aan het orgaan dat hen heeft aangewezen, alsmede het doen van
verantwoording voor het door dit lid in het schap gevoerde beleid (art. 16a
en 16b)
aangeven van de wijze van verantwoording van het dagelijks bestuur tegen
over de raad van bestuur (art. 25);
opnemen verplichting tot het verstrekken van inlichtingen door het bestuur
van het schap aan de deelnemers in verband met door leden daarvan gevraagde
inlichtingen (art. 25a);
- wijzigen redactie met betrekking optreden voorzitter bij evenuele rechts
gedingen en zogenaamde buitengerechtelijke rechthandelingen met deelnemers
(art32)
aanpassen termijnen en procedure voor behandeling begroting en rekening
(art. A3, 45);
aanpassen tijdstip inwerkingtreding wijzigingen van de regeling (art. 53).
EBV3d