Artikel XVIII
Artikel 43, derde en vierde lid worden vervangen door:
3. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerp-begroting met
inachtneming van het bepaalde in artikel 59, eerste lid. van
de Wet gemeenschappelijke regelingen aan de raden van de
deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten.
4. De Raad van Bestuur stelt de begroting vast uiterlijk voer 1
juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt.
De Raad van Bestuur betrekt daarin het gevoelen van de
deelnemers zoals dat blijkt uit de commentaren die door net
Dagelijks Bestuur op grond van het bepaalde in artikel 59,
lid 3, van de Wet gemeenschappelijke regelingen bij de
ontwerp-begroting zijn gevoegd.
In artikel 43, lid 7, wordt de zinsnede "voorzover mogelijk"
geschrapt
Artikel XIX
Artikel 44, tweede lid, vervalt.
Artikel XX
Artikel 45, tweede en vierde lid, wordt vervangen door:
2. Het Dagelijks Bestuur doet jaarlijks onder overlegging van de
rekening verantwoording voor het gevoerde beheer in het
afgelopen dienstjaar.
De rekening wordt daartoe door het Dagelijks Bestuur uiterlijk
1 mei van het jaar volgend dat waarop de rekening betrekking
heeft aangeboden aan de Raad van Bestuur.
De rekening is vergezeld van een verslag betreffende de
toestand van de werkzaamheden van het Schap in het afgelopen
jaar, alsmede van een verslag van een onderzoek naar de
deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een deskundige
als bedoeld in artikel 144 van de Provinciewet.
4 De Raad van Bestuur stelt, na onderzoek der stukken, de
rekening uiterlijk vast op 1 juli volgende op het jaar waarop
deze betrekking heeft. Hij betrekt daarin de eventuele
bemerkingen van de deelnemers als bedoeld in het vorige lid.
De leden van het Dagelijks Bestuur onthouden zich van
medestemmen over het besluit tot vaststelling van de rekening.
Artikel XXI
Artikel 53, lid 4, wordt vervangen door:
4. Een wijziging van deze regeling treedt in werking op de dag
volgende op die van opname van de wijziging in de registers
bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke
rege 1 ingen
B. besluiten voorts:
1 - Dat de aanwijzing van de leden van de Raad van Bestuur,
het Dagelijks Bestuur en van de voorzitter moet plaats
hebben uiterlijk binnen drie maanden nadat deze regeling
in de desbetreffende registers is opgenomen.
2 - Dat de onder 1 bedoelde aanwijzing tevens inhoudt het
ontslag van de op dat moment zitting hebbende leden en
voorzitter
A:IHMG01