aan de raad der
gemeente Breda
Aut/886804159
«c-ior:?
nr. 134
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het aangaan van een
gemeenschappelijke regeling Inza
ke het verrichten van automatise
ringswerkzaamheden
Per 1 januari 1988 is de Gemeenschappelijke Regeling Centrum
voor Automatisering Breda - Tilburg (C.B.T.) opgeheven. Per ge
lijke datum is binnen de gemeente Tilburg de dienst C.B.T. van
start gegaan.
Met de opheffing van genoemde gemeenschappelijke regeling zou
de doorschuifregeling omzetbelasting, welke voor de deelnemers
en de in de regeling als lid aangewezen gemeenten een B.T.W.-
voordeel van ca. 10% opleverde, komen te vervallen.
Nader overleg van de gemeente Tilburg met de Inspectie der Om
zetbelasting te Eindhoven heeft ertoe geleid dat de inspectie
zich bereid heeft verklaard de doorschuifregeling te continu
eren voor de deelnemers en leden, die ten aanzien van door
C.B.T. te verrichten werkzaamheden een nieuwe gemeenschappe
lijke regeling met de gemeente Tilburg aangaan. De inspectie
heeft hieraan de voorwaarde verbonden dat bedoelde gemeenschap
pelijke regeling uiterlijk 1 augustus 1988 in werking treedt.
Gelet op het standpunt van de inspectie is naar onze mening in
het belang van de gemeente om teneinde continuering van de door
schuifregeling mogelijk te maken een gemeenschappelijke rege
ling inzake het verrichten van automatiseringswerkzaamheden
door de dienst C.B.T. voor onze gemeente aan te gaan. Instel
ling van een openbaar lichaam of een gemeenschappelijk orgaan
casu quo overdracht van bestuursbevoegdheden is hierbij niet
nodig. Volstaan kan worden met het treffen van een eenvoudige
regeling, die primair voorziet in continuering van de eerder
contractueel vastgelegde dienstverlening en waarin het met het
oog op eventuele toekomstige ontwikkelingen dienstig is de mo
gelijkheid van verdere, nader overeen te komen dienstverlening
open te laten. Omdat geen toepassing wordt gegeven aan het be
paalde in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen,
strekt het besluit van Provinciale Staten van Noord-Brabant tot
indeling van de provincie in samenwerkingsgebieden hierbij niet
tot richtlijn en is goedkeuring van de regeling door Gedeputeer
de Staten niet voorgeschreven. Op grond van het bovenstaande
stellen wij Uw raad voor bijgevoegde gemeenschappelijke
regeling aan te gaan.