gemeente Breda De raad der gemeente Breda; gezien her voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 mei 1988; gelet op het bepaalde in artikel 17 van de Destructiewet en artikel 168 van de gemeentewet; besluit vast te stellen: de volgende Destructieverordening Breda 1938 HOOFDSTUK I: Algemeen Artikel l Begripsom schrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. wet: de Destructiewet b. directeur de directeur van kring 12 van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, zoals deze is vastgesteld bij besluit van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 20 maart 1984 nr. J7845 Stcrt62); c. aangifte- degene die als eigenaar of p_ichtige houder van destructiemateriaal ingevolge artikel 12 van de wet verplicht is daarvan aangifte te doen; d. ondernemer de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de wet is verleend en in wiens krachtens artikel 10 van de wet vastgestelde gebied de gemeente is gelegen; e. destructor inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd, tot het door verwerking onschadelijk maken van destructiemateriaal, voor welke aan de ondernemer een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5 van de wet f. destructie-: materiaal van dierlijke materiaal herkomst als bedoeld in artikel 2 van de wet;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 704