nr. Ii42
schriften vast te stellen voor zover deze bossen geen deel
uitmaken van bosbouwondernemingen, die als zodanig bij het
Bosschap geregistreerd staan.
Dit betekent, dat de kapverordening buiten de bebouwde kom
van toepassing is op met name kleinere landschapselementen.
De hiervoor omschreven zaken, voor zover deze tot de gemeen
telijke bevoegdheid behoren, zijn geregeld in de kapverorde
ning, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 augustus 1978
ligt ter visie
3Relatie met de Wegen- en Wegenverkeerswet
Naast de grens van de bebouwde kom ingevolge de Boswet wordt
de grens van de bebouwde kom ingevolge de Wegenwet en Wegen
verkeerswet gehanteerd. Tot voor kort werd deze laatste
grens ook gehanteerd als zijnde de grens van de bebouwde kom
ingevolge de Boswet. Thans wordt door Staatsbosbeheer de in
het groenstructuurplan voorgestelde grens gehanteerd als
toetsingskader bij het beoordelen van subsidies.
De bedoelingen van deze twee soorten van grenzen zijn geheel
van verschillende aard. Die ingevolge de Wegenwet en Wegen
verkeerswet dient juist zoveel mogelijk naar buiten te lig
gen, zulks om de in deze wet gegeven mogelijkheden tot snel
heidsbeperking zoveel mogelijk te benutten. Het voornaamste
motief, dat hier speelt, is de verkeersveiligheid. De grens
van de bebouwde kom ingevolge de Boswet dient juist zoveel
mogelijk naar binnen te liggen. Dit om een goed landschapsbe
heer ten opzichte van de stad en daarmee een goede bescher
ming van de houtopstanden te realiseren. Door de vaststel
ling van de grens van de bebouwde kom ingevolge de Boswet
treedt een ontkoppeling op met de grens van de bebouwde kom
ingevolge de Wegenwet en Wegenverkeerswet.
4Uitgangspunten
Bij de vaststelling van de kapverordening in 1978 werd een
uitdrukkelijk onderscheid tussen deze grenzen blijkbaar niet
noodzakelijk geacht. Thans is deze noodzaak duidelijk wel
aanwezig. De voorgestelde grens geeft de verschillende be-
leids- en beheersgebieden aan, als bedoeld in het groenstruc
tuurplan. Het groenstructuurplan maakt onder meer een onder
scheid in de beleids- en beheersgebieden, te weten de hoofd
structuur (waaronder de stadsranden vallen), de buurten en
het buitengebied.
In hoofdzaak is de buitengrens van de buurten gehanteerd om
de grens te bepalen. Hierdoor wordt een scheiding gecreëerd
tussen het merendeels bebouwde en het merendeels onbebouwde
gedeelte van het grondgebied van Breda. Hierbij is de ster
vorm markant. Voor de grens zijn als aanhaakpunten gebruikt
primair de achtergevels van woningen en secundair de wegen
en/of waterlopen.
5Procedure
Artikel 1 vijfde lid van de Boswet schrijft de volgende pro
cedure voor:
- 2 -