sag aan de raad der gemeente Breda nr. 11)3 BJZ/886802435 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van de Kampeerverordening Breda. Op 21 december 1984 is de Kampeerwet in werking getreden. Deze Kampeerwet behandelt een veel breder terrein dan het kamperen alleen, want ook kampeerboerderijen, kamphuizen e.d. vallen onder haar werking (zie bijlage I) De Kampeerwet legt de verantwoordelijkheid voor het ver- blijfsrecreatieve beleid bij het gemeentebestuur. De gemeen ten zijn nu in principe vrij om hun beleid in deze te bepalen. Alleen ten aanzien van de voorschriften met betrek king tot gezondheid en hygiëne moet de gemeentelijke regel geving wijken voor een Algemene Maatregel van Bestuur, zijnde het Besluit hygiëne en gezondheid kampeerplaatsen van 27 juni 1986. Dit besluit is in werking getreden op 21 december 1987. Dit betekent, dat vöór deze datum de bestaan de vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen worden vervangen. Binnen de gemeente Breda bestaat er èèn camping, namelijk aan de Moerdijkse Postbaan. Vóór 21 december 1987 had deze camping in het bezit moeten zijn van een nieuwe vergunning, die gebaseerd is op deze verordening. Artikel 10 van de Kampeerwet bepaalt, dat elke gemeente verplicht is om, behoudens ontheffing van gedeputeerde staten, een kampeerverordening vast te stellen. De Kampeer wet, dus ook de daaruit voortvloeiende verordening, kent vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen. In het hierbij gevoegde overzicht (zie bijlage II) is aangegeven welke procedure bij welke vorm van kamperen hoort. De verordening bevat negen artikelen. Datgene, wat geregeld moet worden, is in de verordening neergelegd. Een aantal andere zaken, bijvoorbeeld hetgeen is opgesomd in artikel 12 van de Kampeerwet, is bewust niet in de verordening opgeno men. Wanneer de vergunningverlenende instantie van mening is, dat voorschriften hiervan toch op de in de aanvraag vermelde locatie van toepassing zouden moeten zijn, kunnen deze worden opgenomen in de vergunnings-vrijstellings- en/of ontheffingsvoorwaarden. Een aparte regeling is daar voor niet nodig; dit laatste zou de deregulering niet ten goede komen. De uitvoering van de verordening zal in hoofdzaak worden voorbereid door de sector Sport en Recreatie van de dienst Welzijn en de sector Bouw- en Woningtoezicht van de dienst Openbare Werken. Hierbij zal door die afdelingen in overleg worden getreden met verschillende andere diensten zoals de politie, de brandweer, de G.G.D., de milieudienst enz..

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 722